Onderhoud en reparatie
Batterij vervangen
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
Het vervangen van de batterij is nodig, als de foutmelding INFO
203 op het display verschijnt of als het apparaat niet meer kan
worden ingeschakeld (zie hoofdstuk batterijen plaatsen).
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt. Gebruik geen
sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
NL
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
De volgende storingsindicaties kunnen in de onderste
meetwaardeweergave met de tekst INFO verschijnen:
Weerga
Oorzaak
ve
101
De ontvangst van het
gereflecteerde
signaal is te zwak.
102
De ontvangst van het
gereflecteerde
signaal is te sterk.
201
Het omgevingslicht is
te sterk.
203
Batterijen zijn bijna
leeg.
301
Temperatuur is te
hoog.
302
Temperatuur is te
laag.
401
Hardwarefout
402
Berekeningsfout
laserafstandsmeetapparaat BD21 / BD26
Maatregel
Meting op een ander oppervlak
met betere reflecterende
eigenschappen herhalen of een
richtplaat gebruiken.
Wijzig het omgevingslicht voor
de meting.
Vervangen van de batterijen
noodzakelijk, zie het hoofdstuk
vervangen van de batterijen.
Laat het apparaat afkoelen.
Houd rekening met de
toegestane bedrijfstemperatuur
in het hoofdstuk technische
gegevens.
Laat het apparaat opwarmen.
Houd rekening met de
toegestane bedrijfstemperatuur
in het hoofdstuk technische
gegevens.
Het apparaat meerdere keren
in- en uitschakelen. Blijft het
symbool verschijnen, neem
dan contact op met uw dealer.
De meting opnieuw uitvoeren.
Houd hierbij rekening met de
meetvolgorde en de
positionering van het apparaat.
11