Inbedrijfstelling en inspectie
1. De compressorverwarming (CH) moet ten minste 6
- 8 uur in bedrijf zijn, voordat de compressorstart
kan worden geactiveerd. Dit gebeurt door de regel-
spanning in te schakelen en de communicatiekabel
af te sluiten.
2. De communicatiekabel op de klemmenstrook AA23-
X4 mag niet zijn aangesloten.
3. Schakel de isolatorschakelaar in.
4. Zorg ervoor dat de CTC CombiAir op de stroombron
is aangesloten.
5. Sluit na 6 – 8 uur de communicatiekabel (W2) aan
op de klemmenstrook AA23-X4.
6. Start de binnenmodule weer op. Volg de instructies
voor "Opstarten en inspectie" in de installatiehand-
leiding voor de binnenmodule.
De warmtepomp start 30 minuten nadat de buiteneen-
heid is ingeschakeld en de communicatiekabel (W2) is
aangesloten (indien nodig).
Als ingeplande stille werkingnodig is, moet dit worden
ingesteld in het binnenste deel of de regeleenheid.
Voorzichtig!
Begin pas met elektrische werkzaamheden
wanneer de stroom er al minimaal twee minu-
ten af is geweest.
LET OP!
De stille stand moet alleen periodiek worden
ingepland, omdat het maximale vermogen is
beperkt tot ongeveer de nominale waarden.
CTC CombiAir 6MR, 10MR
CTC CombiAir MR
Ontluchten, zijde van het
verwarmingssysteem
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en
het kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Als er
borrelende geluiden bij de warmtepomp worden waar-
genomen, kan het nodig zijn om de circulatiepomp en
radiatoren van het hele systeem nogmaals te ontluchten.
Als het systeem stabiel is (juiste druk en volledig ontlucht)
kan het automatische regelsysteem voor de verwarming
naar behoefte worden ingesteld.
Afstelling, debiet
Instructies voor het bijstellen van de warmtapwaterpro-
ductie vindt u in de installateurshandleiding voor de
betreffende binnenunit. Zie hoofdstuk Accessoires voor
een lijst met binnenunits en accessoires die kunnen
worden gebruikt met de CTC CombiAir.
AA23
AA23-S3
AA23-X4
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
29