Aansluiting op regelmodule
De kabel tussen de units moet worden aangesloten
tussen de klemmenstrook voor communicatie (AA23-
X4:1, 2, 3) in de CTC CombiAir en de klemmenstrook
voor communicatie (A2-G52(A), -G51(B), -G53(GND)) in
de CTC EcoLogic M, L. Afsluitweerstand wordt aangeslo-
ten op de warmtepomp (AA23-X4:4-5).
CTC CombiAir
F2040, F2050
AA23-X4
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
1
A
Regelmodule
Styrmodul
A2
CTC CombiAir MR
Cascadeschakeling
CTC EcoLogic M, L en verschillende CTC CombiAir
Afsluitweerstand wordt aangesloten op de laatste
warmtepomp in de serie (AA23-X4:4-5).
CTC CombiAir
F2040, F2050
AA23-X4
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
Regelmodule
Styrmodul
A2
Adressering via cascadeschakeling
Op de communicatieprintplaat (AA23-S3) wordt het
communicatieadres geselecteerd voor CTC CombiAir
naar de regelmodule. Het standaardadres voor
CTC CombiAir is 1. Bij een cascadeschakeling moet elke
CTC CombiAir een uniek adres hebben. Het adres heeft
een binaire codering. Aan warmtepompen kan ook een
naam worden gegeven via de software vanaf de regel-
module. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de warmte-
pomp 1 (Adres 1) standaard is ingesteld (Off/Off/Off).
Zie voor meer informatie de Installatie- en onderhouds-
instructies voor de regelunit.
Adres
S3:1
1
UIT
2
Aan
3
UIT
4
Aan
5
UIT
6
Aan
7
UIT
8
Aan
Hoofdstuk 5 |
F2040, F2050
CTC CombiAir
AA23-X4
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
S3:2
S3:3
UIT
UIT
UIT
UIT
Aan
UIT
Aan
UIT
UIT
Aan
UIT
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Elektrische aansluitingen
27