hdd-alarminstellingen
Voor defecten aan HDD's, kunt u de controlerende alarmuitgangterminal, de vervangende alarmuitgang, de
iSCSI-alarmuitgang en de alarmtijd instellen.
menu > toestel > opslagapparaat > hdd-alarm
• Alarm
- Als <alles> is geselecteerd, worden zowel het piepgeluid als alarmsignaal via de achterste poorten aan de
zijkant uitgevoerd.
- Als <PieP> is geselecteerd, klinkt er een piep.
- Als u het nummer selecteert van een terminal met alarmuitgang, wordt er aan de achterkant van de terminal
met alarmuitgang een signaal weergegeven. Elk product heeft een ander aantal terminals met alarmuitgang.
• Alarmuitgang controleren : Als de HDD een controlerend alarm genereert, zal het alarmsignaal uitgevoerd
worden naar de opgegeven alarmuitvoerpoort.
• Alarmuitgang vervangen : Als de HDD een vervangend alarm genereert, zal het alarmsignaal worden
uitgevoerd naar de opgegeven alarmuitvoerpoort.
• iSCI Alarm poort : Als een verbinding met het iSCSI-apparaat is verbroken, wordt een signaal verzonden naar
de toegewezen alarmaansluiting. Alleen beschikbaar voor producten die iSCSI ondersteunen (Zie pagina 4
van de productspecificatiehandleiding).
• Duur v. alarm : Hiermee stelt u de duur van het alarm in voor het alarmsignaal en piepgeluid.
<Controleren>-status betekent dat de HDD werkt maar deze problemen heeft die technische onderzoek vereisen.
`
M
(
) verschijnt in het Live-scherm.
Als een RAID aan het degraderen of aan het herbouwen is, verschijnt <
<Vervangen>-status betekent dat de HDD defect is en onmiddellijke vervanging vereist.
`
(
) verschijnt in het Live-scherm.
Als een RAID een storing heeft, verschijnt <
> op het live-scherm.
FULL
NO
RAID
RAID
/
> op het Live-scherm.
FULL
FULL
NO
NO
RAID
RAID
RAID
RAID
SCSI
SCSI
SCSI
gedistribueerde opname
Deze functie is alleen beschikbaar voor producten die gedistribueerde opname ondersteunen. Voor producten die
gedistribueerde opname ondersteunen, raadpleegt u "nVr-producten die de verschillende functies
ondersteunen". (Zie pagina 4 van de productspecificatiehandleiding)
U kunt opnames op een gedistribueerde manier opslaan door het distribueren van HDD('s) van elke groep.
menu > toestel > opslagapparaat > gedistribueerde opname
• opnametype : Selecteer <normale opname> or <gedistribueerde opname> als opnamemodus.
• Initialiseren : Instellingen die worden voorzien wanneer <gedistribueerde opname> wordt geselecteerd,
worden geconfigureerd als de standaardinstellingen.
: Waarden bijwerken, zoals HDD-capaciteit, input, aantal opslagdagen, enz.
•
• Groep : Selecteer een groep voor het distribueren van de opname. Als u een groep selecteert, wordt
hieronder een lijst voor het selecteren van een toe te wijzen camera geopend.
• HDD : Het aantal en soort van de momenteel beschikbare HDD's wordt geactiveerd.
(bijv. een kanaalnummer dat wordt geactiveerd als <
• Externe : Selecteer een extern opslagapparaat waarop opnames worden opgeslagen.
• Capaciteit : Geeft de momenteel gebruikte capaciteit en de gehele capaciteit van een in de groep
geselecteerde HDD weer.
• Invoer : Geeft het volume van opnamegegevens weer van een in de groep geselecteerd kanaal.
Als de inputwaarde groter is dan 150Mbps, wordt de waarde rood weergegeven.
`
• dagen : Geeft het aantal opslagdagen weer voor de input van het geselecteerde kanaal in de groep op de HDD.
voorbeeld) 3 dagen en 12 uur wordt weergegeven als 3,5.
• HDD-Map : U kunt de positie identificeren overeenkomstig het nummer van elke HDD die is bevestigd binnen de apparatuur.
• Kanalenlijst : De knopstatus van de lijst met kanalen is als volgt.
-
: Kanaal geselecteerd in de huidige groep.
-
: Kanaal geselecteerd in andere groep.
-
: Kanaal dat momenteel niet is geselecteerd. Voeg dit kanaal toe aan de groep.
Opname kan niet worden uitgevoerd tijdens opslaan van wijzigingen in gedistribueerde opname-instellingen.
`
M
Om meer HDD's toe te voegen om opnamen te spreiden, moeten dee in de volgorde 1, 5, 2, 6, 3, 7, 4 en 8 worden
`
geïnstalleerd.
> is een beschikbare HDD.)
Nederlands_37