CH1
CH2
CH1
CH1
CH2
CH1
CH3
CH4
CH4
CH5
live
CH3
CH4
CH4
CH5
geBeurteniscontrole
CH3
CH1
CH2
Deze functie geeft de beelden van een kanaal weer die verbonden zijn aan een gegeven incident (sensor/beweging/
CH6
videoverlies) wanneer dit zich voordoet.
CH5
Voor het gebruiken van de functie van voorvalmonitor moet u de <weerg. gebeurt.> instellen door te verwijzen naar
CH9
CH3
CH4
CH7
de pagina "monitor" in de inhoudsopgave "menu-instellingen> het apparaat instellen".
CH19
• Als zich meerdere incidenten tegelijk voordoen, schakelt het scherm over naar de modus voor
CH2
schermsplitsing.
CH13
CH1
CH1
- 2-4 gebeurtenissen: 4-delige modus
CH2
CH1
CH1
- 5-9 gebeurtenissen: 9-delige modus
- 10-16 gebeurtenissen: 16-delige modus
- 17-25 gebeurtenissen: 25-delige modus
- 26-36 gebeurtenissen: 36-delige modus
- 37-64 gebeurtenissen: 64-delige modus (Voor kopiemodus)
• Als zich een tweede gebeurtenis voordoet binnen de tijd die is ingesteld bij <weerg. gebeurt.>, blijft de
eerste gebeurtenis actief totdat de tweede is geëindigd.
CH3
CH1
CH2
example1)
CH6
CH1
Als u <Weerg. gebeurt.> instelt op 5 seconden, en zich één gebeurtenis voordoet op Kan. 1.
CH2
`
CH10
CH13
CH14
CH9
CH3
CH4
Tijdstip gebeurtenis
CH3
CH4
CH12
CH15
CH16
CH1
example2)
Als u <Weerg. gebeurt.> instelt op 5 seconden en zich een tweede gebeurtenis voordoet op Kan. 2 binnen de ingestelde tijd
`
CH10
CH13
CH14
gerekend vanaf het moment waarop de eerste gebeurtenis zich voordeed op Kan. 1.
CH10
CH13
CH14
Tijdstip gebeurtenis
CH12
CH15
CH16
CH12
CH15
CH16
CH1
CH1
16_ live
CH2
CH3
CH3
CH6
CH6
5 seconden
Einde alarm
CH1
CH2
4 seconden
9 seconden
Einde alarm
CH1
CH2
CH1
CH2
Selecteer <Alarm stoppen> om de status van alarmuitvoer te initialiseren en de gebeurtenisfunctie vrij te geven.
`
M
Als uw product een afstandsbediening ondersteunt, kunt u op de [ALARM]-knop drukken als u de alarmuitgangsstatus wilt
`
resetten.
Voor producten die een afstandsbediening ondersteunen, raadpleegt u "NVR-producten die de verschillende functies
ondersteunen". (Zie pagina 4 van de productspecificatiehandleiding)
Als een alarm wordt geactiveerd terwijl de waarden voor pre-gebeurtenistijd en post-gebeurtenistijd tegelijkertijd zijn
`
opgegeven met de instelling voor gebeurtenisopname, vindt het opnemen van de gebeurtenis plaats op basis van het
opgegeven opnametype (pre-gebeurtenis of post-gebeurtenis).
In het geval van continue gebeurtenissen, zoals bewegingsdetectie, wordt er mogelijk niet meteen naar een andere
`
J
splitsingsmodus geschakeld als er een opeenvolgende reeks gebeurtenissen volgt, zelfs wanneer het alarm voor de
gebeurtenis is uitgeschakeld.
Mogelijk wordt de video vertraagd weergegeven, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
`
De uitvoer van gebeurtenissen kan worden vertraagd omdat de overdracht van de alarmgebeurtenis van de netwerkcamera tijd vergt.
`
Vastleggen
U kunt een scherm , geselecteerd op het live-scherm, vastleggen.
Functie om uit te voeren in de enkelkanaals modus op het live-scherm of bij het selecteren van een kanaal.
1. Klik met de rechtermuisknop op het livebeeld en selecteer <Vastleggen>.
U kunt op <
> in het startmenu klikken.
2. Selecteer de uitgevoerde informatie die op het vastgelegde scherm dient te worden weergegeven.
Als het selectievakje <Beschrijving> is ingeschakeld, kunt u in het veld Beschrijving maximaal 50 letters invoeren.
`
3. Selecteer een apparaat om een vastgelegd bestand, bestandspad en bestandsnaam op te slaan.
4. Rond de instellingen af en klik op <ok>, nu wordt de afbeelding die vastgelegd is van het scherm opgeslagen naar
het geselecteerde apparaat.