LET OP: Zorg dat de stekker van het bedside station blijft ingestoken tijdens het gebruik. Bij
een stroomstoring worden de meldingen die beschikbaar zijn bij een voorval mogelijk beperkt.
LET OP: Gebruik uitsluitend de netvoeding die bij uw bedside station is geleverd om schade
aan het apparaat te vermijden.
LET OP: Niet aansluiten op een wandcontactdoos met een schakelaar of een dimmer.
LET OP: Plaats de Masimo SafetyNet Alert bij gebruik uit de buurt van bronnen die de
Bluetooth-verbinding mogelijk kunnen verstoren. De aanwezigheid van andere apparaten die
mogelijk RF-interferentie (RFI) kunnen veroorzaken, kan tot verminderde kwaliteit van de
Bluetooth-verbinding leiden (zie Specificaties voor details). Tot de apparaten die RFI kunnen
veroorzaken behoren onder andere, maar niet uitsluitend: mobiele telefoons, laptops en
tablets, piepers, Bluetooth-apparaten, apparaten met afstandsbediening, apparatuur voor
elektrocauterisatie, apparatuur voor diathermie en babymonitors.
LET OP: Volg de onderstaande aanwijzingen om de beveiliging te waarborgen en te
voorkomen dat met je smartphone wordt geknoeid:
Smart-apparaten dienen bij verantwoordelijke gebruikers te worden geplaatst.
•
Smart-apparaten mogen niet zonder toezicht worden achtergelaten.
•
Beveiligingsfuncties op smart-apparaten moeten zijn geactiveerd.
•
Er mogen geen onbevoegde wijzigingen worden aangebracht aan het Masimo
•
SafetyNet Alert-systeem.
LET OP: Controleer uw instellingen door het display op de app en het bedside station te
bekijken. De app en het bedside station geven een indicatie als er sprake is van een probleem
met de internetverbinding.
LET OP: Controleer uw systeeminstellingen op het display in de Masimo SafetyNet Alert-app
op de smartphone. De Masimo SafetyNet Alert-app geeft een indicatie als er een probleem met
de internetverbinding is.
LET OP: Vermijd het om de Masimo SafetyNet Alert in de buurt van andere draadloze
apparaten te plaatsen om prestatieverlies te voorkomen.
Masimo Sensor
WAARSCHUWING: Breng de Masimo Sensor op correcte wijze aan volgens de
gebruiksaanwijzing van de sensor. Als de sensor verkeerd wordt aangebracht, kan dit leiden tot
onjuiste of ontbrekende meetwaarden.
9