5. Selecteer
om de uitkomst weer te
geven.
• Als u het laatst ingegeven cijfer wilt wissen,
selecteert u
• Selecteer
om de weergegeven cijfers te
wissen.
Tijdens een berekening kunt u de volgende
symbolen gebruiken:
•
: geavanceerde rekenfuncties gebruiken
•
: waarden wissen, opslaan of uit het
geheugen ophalen
•
: naar de omrekenfunctie gaan
.
Omrekenen
Met de omrekenfunctie kunt u maten en
hoeveelheden omrekenen.
Een omrekening maken:
] → Omrekenen.
1. Druk op [
2. Selecteer een type maat.
3. Selecteer de eerste regel en selecteer de
maateenheid die moet worden
omgerekend.
4. Selecteer het invoerveld en geef de
basishoeveelheid in.
Het omrekenresultaat wordt op het toestel
weergegeven.
57