KFV – Montagehandleiding
Reparatie-meerpuntssluitingen met sleutelbediening, RB 1200, RB 1300, RB 1500, RB 1600
7
Storingsopheffing
7.1
Functiestoring van de deurkruk
De deurkruk keert niet automatisch in de uitgangspositie terug.
f Controleren of de deurkruk correct gepositioneerd is.
• De deurkruk mag geen contact maken met de rozet c.q. het plaatje of de slotkast.
f Het aandraaimoment van de schroefverbinding van de krukgarnituur controleren.
• Als de schroefverbinding te vast is aangetrokken, kan de freesuitsparing vervormd raken en zijdelings druk op
de slotkast uitoefenen, met een stroeve bediening als gevolg.
f De maataanduidingen van de freesuitsparing van het hoofdslot controleren.
• Als de deurkruk ondanks het naleven van de gespecificeerde maten niet automatisch terugkeert, moet de
meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparing niet met de maataanduidingen overeenkomt, moet de freesuitsparing nabewerkt
worden.
f De teststap met nabewerkte freesuitsparing herhalen.
• Als de deurkruk nog steeds niet automatisch in de uitgangspositie terugkeert, moet de meerpuntssluiting door
KFV gecontroleerd worden.
7.2
Functiestoring van de profielcilinder
De sleutel kan niet worden verwijderd.
f De sluitcilinder demonteren en op functiestoringen controleren.
• Als de sluitcilinder niet correct functioneert, moet hij vervangen worden.
f De teststap met vervangen sluitcilinder herhalen.
• Als de sleutel nog steeds niet verwijderd kan worden, moet de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd
worden.
7.3
Functiestoring van de vergrendelingselementen
f De instellingen van het dagschootplaatje (zie hoofdstuk 6.14 „Dagschootplaatje instellen" vanaf pagina 38) en
de Q-verstellingen (zie hoofdstuk 6.15 „Q-verstelling instellen" vanaf pagina 40) controleren.
• Het dagschootplaatje en de Q-verstelling in de richting van het deurblad verstellen, om de zijdelingse
aandrukkracht te verlagen.
f De teststap met bijgesteld dagschootplaatje en bijgestelde Q-verstelling herhalen.
• Als de stroeve bediening voortduurt, moeten de maataanduidingen van de freesuitsparingen van het hoofdslot
en bijzetslotkasten gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparingen met de maataanduidingen overeenkomen en de stroeve bediening voortduurt, moet
de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparingen niet met de maataanduidingen overeenkomen, moeten de freesuitsparingen
nabewerkt worden.
f De teststap met nabewerkte freesuitsparingen herhalen.
f Controleren of de drijfstangen goed vastzitten in de bevestigingsvoorzieningen.
f Verontreinigingen van loopvlakken en drijfstangen controleren.
• Verwijder evt. verontreinigingen.
f Aandraaimoment van de borden en de rozettengarnituur controleren.
f Controleren of de sluitcilinder goed vastzit.
7.4
Functiestoring van de dagschoot
De dagschoot loopt zwaar of komt niet volledig of helemaal niet naar buiten
f Controleer de maataanduidingen van de freesuitsparing van het hoofdslot.
• Als de freesuitsparing met de maataanduidingen overeenkomt en de stroeve bediening voortduurt, dan moet
de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
f Als de freesuitsparing niet met de maataanduidingen overeenkomt, moet de freesuitsparing nabewerkt
worden.
f Pas het kozijndeel aan.
46/52
03.2023
H39.MFVRS008NL-02