Reparatie-meerpuntssluitingen met sleutelbediening, RB 1200, RB 1300, RB 1500, RB 1600
6.9
Groefdiepte en freesuitsparingen controleren
6.9.1
Bij houten deuren de diepte van de beslagopnamegroef controleren
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door snel rondvliegende spaanders
Bij freeswerkzaamheden vliegen spaanders met hoge snelheid rond. Zonder
beschermingsmiddelen kunnen deze spaanders letsel veroorzaken, met name
aan de ogen.
• Draag een veiligheidsbril
6.9.2
Bij houten deuren de freesuitsparingen controleren
Als de freesuitsparingen voor het hoofdslot en de bijzetslotkasten te nauw zijn, kunnen er
storingen ontstaan.
Het hoofdslot en de bijzetslotkasten moeten gemakkelijk in de freesuitsparing ingebracht
kunnen worden. Frees indien nodig de freesuitsparingen bij.
Alle gedetailleerde maten van het hoofdslot en de bijzetslotkasten zie
hoofdstuk 4 „Hoofdslotkasttypes met sleutelbediening" vanaf pagina 14.
H39.MFVRS008NL-02
4 mm
1
2
1
2
E
3
L
D
KFV – Montagehandleiding
De diepte van de
beslagopnamegroef [1] moet ten
minste 4 mm bedragen, zodat de
drijfstangen vrij kunnen bewegen.
f Meet de diepte van de
beslagopnamegroef in het
deurblad [2]. Als de groefdiepte
kleiner is dan 4 mm, frees de
groef dan tot op de aangegeven
diepte bij.
Freesuitsparing voor hoofdslot:
[1] 16 mm
[2] 234 mm
[3] 137 mm (systeemmarkering)
[E] afstand
[D] doornmaat
[L] achterdoornmaat + 1 mm
De diepte van de uitsparing is
afhankelijk van de doornmaat [D]
en de achterdoornmaat [L].
Bij afstanden van 72, 74, 85,
88 en 92 mm bedraagt de
achterdoornmaat [L] 17,5 mm.
Bij afstand 94 mm bedraagt de
achterdoornmaat [L] 20,3 mm.
03.2023
29/52