Reinigingsinstructies matras
Van de volgende reinigings- en ontsmettingsmiddelen is bekend dat ze compatibel zijn met medische apparaten van
gecoat flexibel schuimrubber en UltraFoam, en stijf gevormde kunststoffen, inclusief stijve onderdelen versterkt met kool-
stofvezel of glasvezel:
•
Schoonmaakalcohol (70% isopropylalcohol).
•
Bleekoplossing (10% huishoudelijk bleekmiddel in koud, lauw of warm water).
•
Huishoudelijke allesreinigers en dergelijke, in de normale door de fabrikant aanbevolen oplossing.
Vermijd de volgende middelen voor reiniging
•
Schoonmaak-/ontsmettingsmiddelen die ook koolwaterstof oplosmiddelen bevatten zoals butylace-
taat, aceton, enz. Deze middelen kunnen plastic materiaal oplossen. Zulke reinigingsmiddelen zijn
vaak bedoeld voor het verwijderen van graffiti of voor zwaar ontvetten.
•
Ammoniakoplossingen, die sommige kunststoffen groen doen verkleuren.
•
Schoonmaakmiddelen in een abnormaal hoge concentratie (zoals geconcentreerde reinigingsmidde-
len die als oplossing gebruikt moeten worden maar die onverdund worden gebruikt).
•
Stoom.
•
Water of andere reinigingsmiddelen met een hogere temperatuur dan 66 °C (150 °F).
•
Bepaalde varianten van "Vesphene" en andere vergelijkbare ontsmettings-/reinigingsmiddelen.
•
Zuren.
•
Ruwe borstels, agressieve schrobbers, scherpe objecten en schurende materialen.
•
Jodiumoplossingen zoals "Betadine".
De meeste klinische verontreinigingen, d.w.z. huidvet, bloed, urine, braaksel, uitwerpselen, contrastmiddelen, enz., kun-
nen schoongemaakt worden van oppervlakken waarmee patiënten in aanraking komen gemaakt van CFI gecoat flexibel
schuimrubber, UltraFoam en stijf gevormde plastic producten met algemene allesreinigers en dergelijke, in de normale
door de fabrikant aanbevolen oplossing. Indien nodig afspoelen met schoon water (met een maximale temperatuur van
66 °C (150 °F)) om de ergste verontreiniging te verwijderen voordat u het schoonmaakmiddel aanbrengt. Ingedroogde
verontreinigingen moeten mogelijk eerst een poos weken voordat ze schoongemaakt kunnen worden.
Vermijd krachtig schrobben, harde borstels, scherpe objecten zoals messen en schrapers, schuurmiddelen, schuurspon-
zen, staalwol en vergelijkbare reinigingsmethodes die mechanische schade kunnen veroorzaken. Waar mogelijk moeten
braaksel en andere agressieve verontreinigingen snel van oppervlakken geveegd of gewassen worden om de kans op
permanente chemische effecten te beperken.
12