Figuur 23
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te
controleren is wanneer de motor koud is voordat deze
is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet
u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste
10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau
op of onder de bijvulmarkering op de peilstok staat, vul
dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering te
brengen. NIET TE VOL VULLEN. Als het olieniveau
tussen de vol- en de bijvulmarkering ligt, hoeft geen olie
te worden bijgevuld.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Draai het contactsleuteltje op UIT en haal het
sleuteltje uit het contact.
3. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 24)
schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, wat in motorschade kan resulteren.
Figuur 24
1. Oliepeilstok
4. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon
(Figuur 24).
2. Vulbuis
5. Peilstok helemaal in de vulbuis schuiven, niet
vastdraaien in de buis (Figuur 24).
6. Trek de peilstok uit en controleer het oliepeil op
het metalen deel. Als het oliepeil te laag is, moet u
langzaam net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat
het peil de VOL-markering bereikt.
Belangrijk: Niet te veel olie bijvullen en dan
de motor laten draaien. Dat kan leiden tot
beschadiging van de motor.
Olie verversen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
Warme olie kan beter worden afgetapt.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager
staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. Draai aan
de aftapplug om de olie in de bak te laten lopen
(Figuur 25).
Opmerking: Een slang kan worden geplaatst op
de afvoerklep om de oliestroom te richten.
5. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug
dicht.
Opmerking: De oude olie afgeven bij een
inzamelcentrum.
1. Olieaftapplug
6. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Figuur 24).
7. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren.
8. Giet langzaam vloeistof bij totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
24
Figuur 25
2. Olieaftapslang (niet
meegeleverd)