20
5.6.1
De INT-VG, INT-AV module of CA-64 SM uitbreiding aansluiten
Bij het aansluiten van de INT-VG spraakmodule, INT-AV audio alarmverificatie module of de
CA-64 SM spraak synthesizer uitbreiding dienen alleen de CLK en DTA aangesloten te
worden op de bus. Beide apparaten zijn voorzien van een PIN5 connector, welke
aangesloten dient te worden op de daarvoor bestemde aansluiting van de hoofdprint.
Alleen één INT-VG module of CA-64 SM uitbreiding kan worden aangesloten op het
INTEGRA 64 alarmsysteem, dit omdat er niet meer dan 16 spraakberichten kunnen
worden afgespeeld.
5.6.2
Adressering van apparaten aangesloten op de uitbreiding bus
Iedere apparaat die wordt aangesloten op de uitbreiding bus dient zijn eigen individuele
adres te krijgen in het bereik van 0 tot 31. De adressen van de apparaten aangesloten op
dezelfde bus mogen niet dubbel gebruikt worden (het alarmsysteem ondersteund geen
identiek adressen). Het wordt aanbevolen om opeenvolgende adressen toe te wijzen,
beginnend vanaf 0. Bij de meeste apparaten dient het adres via DIP-switches ingesteld te
worden.
Indien een apparaat op de tweede bus aangesloten wordt, dan kan het systeem
worden uitgebreid met 32 adressen.
Het adres heeft invloed op de nummering van zones en uitgangen in het systeem
(zie paragraaf N
5.7
Detectoren aansluiten
Hoe de detector aangesloten moet worden op de zone hangt af van de configuratie welke
gekozen gaat worden voor die zone. De zones op de hoofdprint van het alarmsysteem
ondersteunen de volgende configuraties:
NC – aansluit type bedoeld voor het aansluiten van apparaten met een NC (normally closed)
alarm uitgang. Openen van het circuit zal het alarm activeren.
NO – aansluit type bedoeld voor het aansluiten van apparaten met een NO (normally open)
alarm uitgang. Sluiten van het circuit zal het alarm activeren.
Installatie handleiding
Afb. 9. Aansluiten van modules met voeding.
UMMERING VAN ZONES EN UITGANGEN IN HET SYSTEEM
SATEL
p. 30).