Een geheugen bewerken of wijzigen
Ga als volgt te werk om een afdrukgeheugen te bewerken of wijzigen:
1.
Als supervisor (zie
Typ 4.1 vanaf het hoofdmenu of selecteer het pad:
Voorkeuren en startpagina personaliseren
2.
Selecteer een afdrukgeheugen in de lijst.
3.
Druk op Wijzigen.
Het scherm Aanpassen job wordt weergegeven.
4.
Selecteer de parameter die u wil wijzigen.
8
5.
Wijzig de parameter en druk op OK.
6.
Druk op [OK] om te bevestigen of op Annuleer om af te sluiten.
Een stempelgeheugen verwijderen
Ga als volgt te werk om een afdrukgeheugen te verwijderen:
1.
Als supervisor (zie
Typ 4.1 vanaf het hoofdmenu of selecteer het pad:
Voorkeuren en startpagina personaliseren
2.
Selecteer een geheugen uit de lijst opgeslagen geheugens.
3.
Druk op Verwijderen.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
4.
Druk op Ja of op Nee om de verwijdering van het afdrukgeheugen te bevestigen of
annuleren.
5.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
240
Aanmelden als
supervisor):
Aanmelden als
supervisor):
Geheugens
Geheugens