Een kaartenset bewerken
1 Selecteer Kaartbeheer > Kaartensets.
2 Selecteer een kaartenset.
3 Selecteer een optie:
• Als u kaarten wilt toevoegen aan of verwijderen uit de kaartenset, selecteert u Wijzigen.
• Selecteer Omhoog of Omlaag als u de volgorde van de kaartensets wilt wijzigen.
• Selecteer Wijzig naam als u de naam van de kaartenset wilt wijzigen.
Een kaartenset verwijderen
1 Selecteer Kaartbeheer > Kaartensets.
2 Selecteer een kaartenset.
3 Selecteer Wis.
Een profiel selecteren
Als u van activiteiten verandert, kunt u de instellingen van het toestel aanpassen door het profiel te wijzigen.
1 Selecteer Profiel wijzigen.
2 Selecteer een profiel.
Een nabijheidswaarschuwing instellen
Gevarenzones waarschuwen u als u zich binnen het opgegeven bereik van een bepaalde locatie bevindt.
1 Selecteer Gevarenzones > Alarm maken.
OPMERKING: Mogelijk moet u deze toepassing toevoegen aan het hoofdmenu voordat u deze kunt
selecteren
(Het hoofdmenu aanpassen,
2 Selecteer een categorie.
3 Selecteer een locatie.
4 Selecteer Gebruik.
5 Voer een radius in.
Wanneer u een gebied met een nabijheidswaarschuwing binnengaat, klinkt er een signaal.
Een gevarenzone bewerken of verwijderen
1 Selecteer Gevarenzones.
2 Selecteer een alarm.
3 Selecteer een optie:
• Als u de radius wilt wijzigen, selecteert u Wijzig radius.
• Selecteer Bekijk kaart om het alarm op een kaart weer te geven.
• Selecteer Wis om het alarm te verwijderen.
De nabijheidswaarschuwingen instellen
U kunt de geluiden voor nabijheidswaarschuwingen aanpassen.
1 Selecteer het
Gevarenzones > Alarmtonen instellen.
2 Selecteer het gewenste geluid voor ieder hoorbaar alarmtype.
Alle gevarenzones uitschakelen
Selecteer Gevarenzones >
Satellietpagina
Op de satellietpagina wordt de volgende informatie weergegeven: uw huidige locatie, de GPS-nauwkeurigheid,
de satellietlocaties en de signaalsterkte.
Toepassingen voor hoofdmenu
pagina 37).
> Alle alarmen uitzetten.
47