Kompasinstellingen
Selecteer op het kompas
Peil en ga: Hiermee kunt u het toestel op een object in de verte richten en navigeren met het object als
referentiepunt
(Navigeren met Peil en ga,
Navigatie stoppen: Hiermee stopt u de navigatie van de huidige route.
Wijzig dashboard: Hiermee wijzigt u het thema en de informatie die op het dashboard wordt weergegeven.
Stel schaal in: Hiermee stelt u de schaal in voor de afstand tussen de punten op de koersafwijkingsindicator
tijdens het navigeren met Peil en ga.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatigheden vertoont,
bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen
kalibreren,
pagina 15).
De koers instellen: Hiermee kunt u de instellingen voor de kompaskoers aanpassen
pagina 16).
Gegevensvelden vergrendelen: Vergrendelt de gegevensvelden. U kunt de gegevensvelden ontgrendelen om
deze aan te passen.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van het kompas.
Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten met de vergrendelde kompasrichting, het object als via-punt
projecteren en navigeren met het object als referentiepunt.
1 Selecteer
> Peil en ga vanaf het kompas.
2 Richt het toestel op een object.
3 Selecteer Zet richting vast > Stel koers in.
4 Navigeer met behulp van het kompas.
Een waypoint projecteren vanaf uw huidige locatie
U kunt een nieuw waypoint opslaan door de afstand vanaf uw huidige locatie te projecteren.
Als u bijvoorbeeld naar een locatie wilt navigeren die u aan de andere kant van een rivier of beek ziet, kunt u
een waypoint projecteren vanaf uw huidige locatie naar de geobserveerde locatie. Navigeer vervolgens naar de
nieuwe locatie nadat u de rivier of beek hebt overgestoken.
1 Selecteer
> Peil en ga vanaf het kompas.
2 Richt het toestel op de nieuwe locatie.
3 Selecteer Zet richting vast > Projecteer waypoint.
4 Selecteer een maateenheid.
5 Voer de afstand in en selecteer
6 Selecteer Sla op.
Het kompas kalibreren
Voordat u het elektronisch kompas kunt kalibreren, moet u buiten zijn en uit de buurt van objecten die invloed
hebben op magnetische velden, zoals auto's, gebouwen of elektriciteitskabels.
Het toestel is voorzien van een elektronisch kompas met drie assen. U dient het kompas te kalibreren nadat u
lange afstanden hebt afgelegd of wanneer de temperatuur is veranderd.
1 Selecteer op de kompaspagina
2 Selecteer Kalibreer kompas > Start.
3 Volg de instructies op het scherm.
De hoofdpagina's bekijken
.
pagina 15).
.
.
(Het kompas
(Koersinstellingen,
15