Navigatie-instellingen
Selecteer
> Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor routeberekening in.
Herberekening route: Hiermee stelt u de voorkeuren voor herberekening van de route in wanneer u van een
actieve route weg navigeert.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te vermijden gebieden waarin milieu- of uitstootbeperkingen
gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.
Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies uit die veel aandacht van de gebruiker vragen.
Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken navigatie-aanwijzingen in.
Reisgeschiedenis: Hiermee wordt op het toestel een record opgeslagen van de plaatsen waar u naartoe gaat.
Zo kunt u het reislog weergeven, gebruikmaken van de functie Trip History en myTrends
gebruiken.
Wis reisgeschiedenis: Hiermee kunt u de reisgeschiedenis van het toestel wissen.
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer
> Kaartweergave.
Voertuigpictogram: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de
kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens wijzigen.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de kaartpagina worden weergegeven
aanpassen, pagina
21).
Avontuurlijke wegen en paden: Hiermee stelt u de sporen in die zichtbaar zijn op de kaart. Sporen zijn
gerangschikt op voertuigtoegankelijkheid.
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik
van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Bevestiging Volg. stopplaats overslaan: Hiermee stelt u een bevestigingsbericht in dat wordt weergegeven als u
een locatie op uw route overslaat.
Eenheden: Hiermee wijzigt u de maateenheden.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar garmin.com/maps.
1 Selecteer
> Kaartweergave > Mijn Kaarten.
2 Selecteer een kaart.
52
Instellingen
routesuggesties
™
(De kaartlagen
Instellingen