Zet de snelheid op
d.m.v. de afstandsbediening.
1. Aan- en uitschakelen ventilator
ON / OFF
2. Nachtmodus
ON / OFF
Als de nachtmodus is geactiveerd, zal de ventilator 's nachts overschakelen op snelheid 1
als het licht wordt uitgeschakeld. Activering van de nachtmodus wordt bevestigd door een
lang geluidssignaal. Het verlaten van de nachtmodus wordt bevestigd door een kort
geluidssignaal.
3. Instelling snelheid
Snelheid 1
Snelheid 2
Snelheid 3
4. Werkingsmodi
Natuurlijke luchttoevoer. De ruimte wordt geventileerd op een natuurlijke manier.
De ventilator is uitgeschakeld.
Luchttoevoer. De lucht wordt aangevoerd in de ruimte aan de ingestelde snelheid.
Alle ventilatoren in serie draaien in deze modus ongeacht de positie van jumper
CN7.
Ventilatiemodus. De lucht wordt afgevoerd (fabrieksinstelling) of aangevoerd aan
de ingestelde snelheid. Alle ventilatoren in serie draaien in functie van de positie
van jumper CN7.
Warmteterugwinningsmodus. De ventilator werkt om de 70 seconden in
pulsiemodus en vervolgens 70 seconden in extractiemodus.
5. Vochtigheidsregeling
De vochtigheidsregeling kan worden geactiveerd in de warmteterugwinningsmodus door te
drukken
op
een
vochtigheidsregeling wordt de luchtvochtigheid exact gemonitord door de ventilator. Als de
luchtvochtigheid stijgt tot een bepaald instelpunt, zal de ventilator in een hogere snelheid
schakelen. Als de effectieve luchtvochtigheid onder een bepaald instelpunt zakt, zal de
ventilator overschakelen op een lagere snelheid. Druk op eender welke knop van de
snelheidsregeling om de vochtigheidsregeling te deactiveren.
Luchtvochtigheidsdrempel – 45%
Luchtvochtigheidsdrempel – 55%
Luchtvochtigheidsdrempel – 65%
DE LUCHTVOCHTIGHEIDSREGELING KAN ENKEL WORDEN GEACTIVEERD DOOR
17
AFSTANDSBEDIENING
en de ventilatiemodus op
van
de
knoppen
MIDDEL VAN DE AFSTANDSBEDIENING.
om de ventilatie-unit te kunnen bedienen
van
de
vochtigheidsregeling.
Tijdens
de