Hoe de luchtdruk aan te passen om drukverlies in het systeem op te vangen
Als u lange luchtleidingen gebruikt of meerdere encoders hebt aangesloten op één luchtfiltersysteem, dan kan de druk bij de encoder lager zijn dan de druk bij de regelaar. Om de werkelijke druk bij de encoder te
controleren: schakel de persluchttoevoer uit en de luchtdruk zal afnemen. Verwijder de aansluiting het dichtst bij de encoder (normaal een rechte koppeling) of snijd de luchtleiding door in de buurt van de encoder.
Breng de in-line manometer (A-9768-4409) aan op de plaats van de rechte koppeling of waar u de luchtleiding hebt doorgesneden.
Schakel de persluchttoevoer in en stel de regelaar van het luchtfiltersysteem zodanig in dat de in-line manometer (A-9768-4409) 0,1 MPa aangeeft.
OPMERKING: De luchtdruk bij de regelaar van het luchtfiltersysteem kan hoger zijn dan 0,1 MPa. Als 0,1 MPa niet kan worden gehaald bij de encoder, controleer dan de luchtleidingen op lekkage.
Als het instellen voltooid is: schakel de persluchttoevoer uit en de luchtdruk zal afnemen. Verwijder de in-line manometer (A-9768-4409) en plaats de rechte koppeling terug. Indien nodig is een geschikte rechte
insteekkoppeling (A-9768-4400) te verkrijgen bij Renishaw.