Apparaatinstellingen
De instellingen kunnen via de Mobeye Internet Portal worden gewijzigd. Klik daar-
toe op het icoon 'bewerken' en typ de beveiligingscode (fabrieksinstelling is '1111')
in. Zie hoofdstuk 5 voor de beschrijving per instelling.
Na het opslaan van de nieuwe instellingen, dienen ze door het apparaat te worden
opgehaald, ofwel te worden gesynchroniseerd. Zie 4.6 voor meer uitleg over het
synchroniseren.
In het blok 'apparaat' staan de naam en de locatie van het apparaat en kunnen hier
worden gewijzigd. Deze teksten worden in ieder sms-bericht en e-mailbericht
vermeld om het apparaat te duiden. Er is een vrije tekst beschikbaar als intern
opmerkingenveld. Deze wordt niet in meldingen meegenomen.
Alarmdoormelding
In het blok 'Contacten voor tekstberichten' zet u de contactpersonen die alarm- en
serviceberichten ontvangen via sms-bericht en/of e-mail. Serviceberichten kunnen
waarschuwingen zijn over gemiste testmeldingen en lage batterijspanning.
Om een contactpersoon toe te voegen, dient deze eerst als contact aangelegd te
zijn. Dit kan via de + of in het hoofdmenu onder de blauwe tab Contacten.
In het blok 'Alarmoproepen vanuit apparaat' worden de (max. 5) alarmnummers
ingesteld, die direct vanuit de unit worden gebeld. Na het opslaan dienen de
alarmnummers door het apparaat te worden opgehaald, oftewel te worden
gesynchroniseerd. Zie 4.6 voor meer uitleg over het synchroniseren.
Tips:
- Voeg altijd een contact in om serviceberichten per e-mail te ontvangen.
- Laat pas na de testfase sms-berichten versturen, om de sms-credits te sparen.
Berichtteksten
In de berichtteksten staat per gebeurtenis de tekst die, naast de naam en de
locatie, wordt opgenomen in de sms-berichten en e-mailberichten. Deze teksten
kunnen worden aangepast naar een eigen tekst.
9