•Sluit de stekker van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort op het beeldscherm. Sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op de HDMI-uitgang van een digitaal apparaat.
•Sluit de stekker van de DP-kabel aan op de videoingang van de monitor. Sluit het andere uiteinde van de
kabel aan op de videoingang van de computer.
•Sluit de stekker van de mini-DP-kabel aan op de videoaansluiting van de monitor. Sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op de videoingang van de computer.
Als het beeldscherm en de computer zijn ingeschakeld en geen beeld zichtbaar is, koppelt u de DP-kabel los. Sluit
eerst het beeldscherm aan op een andere videobron dan DP. Ga naar
van de monitor en verander de instelling van
videokabel los en sluit u de DP-kabel weer aan. Zie
hoe u het OSD-menu opent.
2. Draai de op de connectoren aanwezige schroeven vast om te voorkomen dat de connectoren
tijdens het gebruik per ongeluk losraken.
3. Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan een passende poort van een digitale
uitvoerbron (bijv. een computer).
3. Sluit de koptelefoon aan.
U kunt een koptelefoon aansluiten op de betreffende aansluiting aan de achterzijde van de monitor.
4. USB-apparaten aansluiten.
1. Sluit de USB-kabel aan op de pc en het monitor (via de upstream USB-poort aan de
achterzijde). Deze upstream USB-poort zorgt voor gegevensoverdracht tussen de pc en
USB-apparaten die op het monitor zijn aangesloten.
2. Sluit USB-apparaten via de andere USB-poorten (downstream) aan op het monitor. Deze
downstream USB-poorten zorgen voor gegevensoverdracht tussen aangesloten USB-apparaten
en de upstream poort.
Systeem
in
. Als u klaar bent met instellen, trekt u de aangesloten
1.2
1.1
Basale menufuncties op pagina 27
en
in het OSD-menu
DisplayPort
voor meer informatie over
Installeren van de monitorhardware
13