4.2
Terminal verbinding -AB+ en CP
Onbuigzame of flexibele kabels met een doorsnede van
0,2 tot 1 mm² kunnen in de verende klemaansluitingen
worden gestoken voor de seriële verbinding. Als de
kabels verbindingsstukken met een plastic kraag aan hun
uiteinden hebben, is de maximale doorsnede beperkt tot
0,75 mm².
Voer de volgende handelingen uit voor een correcte en
veilige aansluiting:
-
Strip 8 mm van de kabels zoals hieronder getoond;
4.4
4.3
Ingangsaansluiting aanwezigheidscontact CP
Door het contact dat is aangesloten op de CP-ingang (ref.
A) te sluiten, worden de panelen in stand-bymodus gezet.
Als het contact open is, zijn de units actief; als het contact
gesloten is, zijn ze gedeactiveerd wanneer een toets wordt
ingedrukt en knippert het
contact CP
-
contact -
B
12
A
C
symbool.
-
als de kabel onbuigzaam is, kan het uiteinde
gemakkelijk worden ingestoken, maar voor een
flexibele kabel wordt aangeraden om een puntbektang
te gebruiken.
-
Duw de kabel er volledig in en controleer of deze
verankerd zit door er zachtjes aan te trekken.
-
Om de kabels los te koppelen, draait u de bijbehorende
schroef (ref. A) met een schroevendraaier en verwijdert
u de geleider.
8mm
0.2-1 mm
-
Om de CP-ingang in meer dan een printplaat aan
te sluiten, let op de polariteit tussen het contact van het
externe relais en de CP-contacten zoals aangegeven
op de afbeelding.
A
klemmenstrook afstandsbediening
B
hulprelais
U
I
S
2
A