Motor oververhit
LET OP: Als de bewakingspieptoon continu weerklinkt, moet u de motor
onmiddellijk stoppen.
BEWAKINGSPIEPTOON WEERKLINKT CONTINU
1. Controleer het olie- en koelvloeistofpeil.
– Vul bij indien nodig.
2. Waterinlaat jetpomp verstopt.
– Voer de REINIGING VAN DE JETPOMP-WATERINLAAT EN IMPELLER uit.
3. Verkeerde soort brandstof of olie.
– Aftappen en hervullen.
4. Uitlaatsysteem verstopt.
– Spoel het uitlaatsysteem met de tuinslang. Volg de aanwijzingen in
SPOELEN UITLAATSYSTEEM in BEWARING EN VOORBEREIDING OP
HET SEIZOEN.
Houdt de oververhitting van de motor aan, doe dan een beroep op een erkend
Sea-Doo sportboot-dealer voor een servicebeurt.
Motor slaat voortdurend over
1. Defecte ontstekingscomponent.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo sportboot-dealer.
2. Motor oververhit.
– Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR hierboven.
ZWAKKE VONK
1. Bougies vuil, versleten.
– Vervangen.
Motor pingelt of klopt
1. Benzine van slechte kwaliteit/de laag octaangetal.
– Gebruik de aanbevolen benzine waarvan u de kwaliteit kent.
2. Temperatuurbereik bougie te hoog.
– Gebruik de aanbevolen bougies.
Motor accelereert onvoldoende of mist vermogen
1. Zwakke vonk/verkeerd brandstofmengsel.
– Zie MOTOR SLAAT OVER hierboven.
2. Water in de brandstof.
– Aftappen en vervangen.
3. Motor oververhit.
– Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR hierboven.
______________________
94