A
C
4
B
werkplaats.
- Een scherp geslepen zaagblad verhoogt de arbeidsprestatie
en verkleint het gevaar van terugslag. Bramen en haken aan
de tandkrans moeten verwijderd worden.
- Beschadigde en/of vervormde zaagbladen mogen wegens
het breukrisico niet gebruikt worden.
- Werken aan het elektrisch systeem mogen enkel door een
elektrieker uitgevoerd worden.
- Bij het gebruik van de machine is het dragen van bescher-
mingsmiddelen tegen lawaai (oordopjes en oorkappen) en
oogbescherming (veiligheidsbril) vereist.
- Om te werken is een vlakke en stabiele ruimte met voldoende
bewegingsvrijheid vereist.
- Veiligheidsschoenen evenals nauwsluitende kleding moet
door de gebruiker gedragen worden.
- De machines mogen enkel met de door de fabrikant
aangebrachte veiligheids-voorzieningen gebruikt worden.
- Na het uitschakelen van de aandrijving blijft de aftakas nog
nalopen tot de volledige stilstand van het cirkelzaagblad.
- Het uitlopende zaagblad mag niet afgeremd worden door
tegen het zaagblad te drukken (bijv. met een stuk hout of iets
dergelijks).
- De machine mag niet in een gesloten ruimte gebruikt wor-
den.
- Bij het starten van de motor van de trekker moet de cardanas
ontkoppeld zijn.
- Laat de machine nooit zonder toezicht in werking.
- Wanneer het werk beëindigd is en bij het verlaten van de
werkplaats moet de motor van de machine uitgeschakeld
worden en de machine tegen een onbevoegd gebruik bevei-
ligd worden.
- Het werken met cirkelzagen vereist een hoog concentratie-
vermogen van de gebruiker. Werk enkel wanneer u uitgerust
bent. In geval van vermoeidheidverschijnselen dient een pau-
ze ingelast te worden.
De geldende ongevallenpreventievoorschriften en de andere
algemeen erkende veiligheidstechnische, bedrijfsgeneeskun-
dige en verkeersregels dienen gerespecteerd te worden.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Om oog, hand of voetletsels te voorkomen, dient de hier
na beschreven veiligheidsuitrusting en lichaamsbescher
ming te worden gedragen.
De kleding moet praktisch zijn, d.w.z nauwsluitend, maar niet
hinderlijk. Sieraden of andere dingen die bij het werk hinder-
lijk kunnen zijn, mogen niet worden gedragen. Draag in ieder
geval een lange broek van een stevige stof. Aanbevolen wordt
een veiligheidstuinbroek, die tegen letsels beschermt.
Een veiligheidsbril (A) (of een gelaatsscherm) beschermt te-
gen houtsplinters. Om oogletsels te voorkomen, moet tijdens
het werk altijd een oogbescherming of gelaatsscherm worden
gedragen.
Werkhandschoenen (B) van stevig leer behoren tot de voor-
geschreven uitrusting en moeten tijdens het werk altijd worden
gedragen.
Veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen (C) met een stevige
zool en stalen neus moeten worden gedragen. De veiligheids-
schoenen of -laarzen bieden bescherming tegen neervallend
hout en zorgen ervoor dat men stevig staat.
Al naargelang het geluidsniveau van de trekker kon ook een
geluidsbescherming nodig zijn (gehoorbeschermers (d), oor-
plugjes, wassen oordopjes enz.). Octaafbandanalyse op aan-
vraag.