Camera-assistent
Klik op zoeken om de netwerkcamera's in het
1.
netwerk weer te geven.
Om netwerkcamera's toe te voegen, activeer de
2.
gewenste camera's en klik op Toevoegen.
3.
Klik op Volgende om verder te gaan met instellen.
14
Hulpprogramma instellingen
Cameraopname
Selecteer bij „camera" een netwerkcamera waarmee
1.
u wilt opnemen.
Activeer het keuzevakje „Opname Gestart".
2.
3.
Selecteer het opnametype. U kunt kiezen uit
„Opname plannen" en „Motion Detectie". Voor een
bewegingsopname moet de camera-interne
bewegingsdetectie geactiveerd worden.
4.
Druk op Kopieer om de instelling voor andere
camera's over te nemen. Selecteer hiervoor de
camera's die in het nieuwe venster verschijnen.
Activeer het betreffende keuzevakje met een
muisklik.
5.
Sluit de instelling en de instellingshulp af met OK.