6 Onderhoud
5.8
Fabrieksinstellingen
Indien een of meerdere persoonlijke instellingen zijn gewijzigd, kunnen deze weer naar
de fabrieksinstellingen worden teruggezet.
6
Onderhoud
Reinig het toestel bij voorkeur pas in koude toestand.
Risico op verbranding!
Reinig het kookveld na elk gebruik, zo wordt het inbranden van voedselresten vermeden.
Ingedroogd c.q. ingebrand vuil is moeilijker te reinigen.
Door een onjuiste behandeling bij de reiniging kunnen het decor of het oppervlak be-
schadigd raken.
Reinig het glaskeramische oppervlak in geen geval met schurende reinigingsmid-
delen, krassende multifunctionele schuursponsjes, staalwol, etc. Het oppervlak kan
daardoor beschadigd raken.
▸ Gebruik uitsluitend een zachte doek of spons, water en een universeel handwasmid-
del voor het reinigen van alledaagse vervuilingen.
▸ Verwijder sterke vuilkorsten bijv. van overgekookte melk in warme toestand met een
reinigingsschaaf voor glaskeramiek. Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant
van de reinigingsschaaf voor glaskeramiek in acht.
▸ Verwijder sterk suikerhoudend voedsel zoals jam in warme toestand met een reini-
gingsschaaf voor glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak bescha-
digd raken.
▸ Verwijder gesmolten kunststof nog in warme toestand met een reinigingsschaaf voor
glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak beschadigd raken.
▸ Verwijder kalkvlekken in afgekoelde toestand met kleine hoeveelheden milde azijnrei-
niger of citroensap. Wrijf vervolgens met een vochtige doek na.
▸ Voor het reinigen van hardnekkig vervuilingen kan een hiervoor geschikt Reinigings-
middel (zie pagina 25) worden gebruikt.
Reiniging
Neem de volgende reinigingsinstructies in acht voor een goed resultaat.
▸ Verwijder voor een grondige reiniging eerst het grove vuil en etensresten met een rei-
nigingsschaaf of een speciale reinigingsspons voor glaskeramiek-kookplaten.
24