Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het sleuteltje in
de contactschakelaar en draai dit naar rechts op AAN.
Opmerking: Als de schakelhendel op ACHTERUIT staat
wanneer het contactsleuteltje wordt omgedraaid, klinkt er
een zoemer om de bestuurder te waarschuwen.
2. Zet de schakelhendel in de gewenste stand.
3. Trap langzaam het gaspedaal in.
Opmerking: De parkeerrem wordt automatisch buiten
werking gesteld als het gaspedaal wordt ingetrapt.
Opmerking: Als de motor koud is, moet u het gaspedaal
intrappen en ongeveer half ingetrapt houden en de
chokeknop uittrekken en op AAN zetten. Zet de chokeknop
op UIT als de motor warm is.
Belangrijk
Probeer de motor niet te starten door het
voertuig aan te duwen of te slepen.
Het voertuig tot stilstand
brengen
Om de machine tot stilstand te brengen, haalt u uw voet van
het gaspedaal en trapt u het rempedaal langzaam in.
Opmerking: De lengte van de remweg kan variëren,
afhankelijk van de lading en de snelheid van het voertuig.
Het voertuig parkeren
1. Stel de parkeerrem in werking en draai het
contactsleuteltje op UIT.
2. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen
dat de motor per ongeluk start.
Laadbak
Laadbak ophalen
1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel van
de uitsnijding in het frame van de bak (Fig. 18).
1
Figuur 18
1. Sluiting
2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u de bak
met de andere hand ophaalt.
3. Haal de bak zo ver mogelijk op en laat deze vervolgens
een stukje zakken om de steun vast te zetten (Fig. 19).
1. Steun
Laadbak neerlaten
1. Til de bak met een hand een stukje op terwijl u de steun
naar beneden drukt.
2. Laad de bak neer totdat de grendel deze vastgrijpt.
3. Om de bak stevig aan het frame te bevestigen, beweegt
u de grendel naar het onderste deel van de uitsnijding
(Fig. 18).
Grendels van de
achterlaadklep
1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de hendels van
de grendels naar boven (Fig. 20). De grendels klappen
naar het midden van de achterlaadklep. Laat de
achterlaadklep langzaam neer.
Opmerking: U moet wellicht het uiteinde van de
achterlaadklep naar binnen duwen (in het bijzonder als de
lading tegen de achterlaadklep zit), voordat de grendels
naar het midden van de achterlaadklep klappen en
loskomen.
1. Grendel van de achterlaadklep
m–4850
2. Om de achterlaadklep te sluiten, tilt u de hendels omhoog
en schuift u ze naar de buitenkant van het voertuig.
3. Druk de hendels van de grendel naar beneden om de
grendel en de achterlaadklep vast te zetten.
20
1
m–4865
Figuur 19
1
m–5334
Figuur 20