BEDIENING
STOEL VAN DE BESTUURDER
De stoel van de bestuurder kunt u naar voren of
naar achteren schuiven om de gewenste positie in
te stellen.
Instellen: Trek de hendel naar het midden van de
stoel, schuif de stoel naar achteren of naar voren
in de gewenste positie en laat de hendel weer los.
N.B. Onder de stoel van de bestuurder bevindt
zich een zitplaatsschakelaar. Als er geen gewicht
op de bestuurdersstoel rust, rijdt de machine
NOCH VOOR- - NOCH ACHTERUIT.
ZITPLAATSSTEUNARM
De zitplaatssteunarm houdt de zitplaats omhoog
om bij de accu's te kunnen. De steunarm wordt
automatisch vergrendeld als de zitplaats helemaal
omhoog staat. De zitplaats laat u zakken door de
zitplaats iets op te tillen terwijl u de steunarm naar
binnen drukt.
HENDEL VLOEISTOFTOEVOER
Met deze hendel regelt u de toevoer van de
vloeistof naar de vloer.
Vloeistoftoevoer verhogen: Duw de hendel naar
voren.
Vloeistoftoevoer verlagen: Duw de hendel naar
achteren.
N.B. De machine is uitgerust met een solenoode
klep waardoor de vloeistoftoevoer automatisch
stopt wanneer het rijpedaal in de vrijloop staat of
wanneer de schrobkop omhoog gezet wordt.
N.B.: Bij gebruik van het FaST
- -systeem kan de
t
vloeistofregelaar niet worden bediend. De voor het
FaST
- -systeem benodigde hoeveelheid vloeistof
t
is van tevoren ingesteld.
12
7200 330055 (5- -04)
Home
Find... Go To..