HET ONTLUCHTEN VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM
1.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Zorg er
voor dat de brandstoftank ten minste voor de helft gevuld
is.
2.
Open het brandstofkraantje onder de brandstoftank en op
het brandstoffilter.
Omdat dieselbrandstof brandbaar is, moet u
voorzichtig te werk gaan als u er mee werkt of deze
bewaart. Rook niet tijdens het bijvullen van de
brandstoftank. Vul de brandstoftank niet bij als de
motor loopt, heet is, of als de machine in een
afgesloten ruimte staat. Vul de tank altijd in de open
lucht bij en verwijder eventuele gemorste
dieselbrandstof voordat u de motor start. Bewaar de
brandstof in een schone, goedgekeurde container en
zorg dat de dop goed is vastgedraaid. Gebruik
dieselbrandstof uitsluitend voor de motor en voor geen
enkel ander doeleinde.
3.
Open de (2) ontluchtingsschroeven op de zijkant van de
filterkop, waardoor de kolf opnieuw met brandstof gevuld
wordt. Draai de ontluchtingsschroeven weer dicht als de
kolf vol is.
4.
Zoek de inlaatschroef van de doorvoerpomp op de
voorkant van de motor (bij het oliefilter). Let op de hoek
waaronder de inlaat van de doorvoerpomp gemonteerd is,
en draai de schroef los (uitsluitend linker schroef).
5.
Als er een ononderbroken straal brandstof uit de schroef
stroomt draait u deze dicht, waarbij u er op moet letten dat
deze onder de zelfde hoek vast gezet wordt als voordat
deze los gedraaid werd.
6.
Draai de inlaatschroef van de injectiepomp voor op de
motor los.
7.
Pomp met het injectiepompje totdat er een onafgebroken
straal brandstof uit de inlaatschroef van de injectiepomp
komt, en draai dan de schroef dicht.
20
(Afb. 14 & 15)
GEVAAR
Afbeelding 14
1.
Brandstofkraantje
2.
Ontluchtingsschroeven (2)
3.
Kolf
Afbeelding 15
1.
Schroef doorvoerpomp
2.
Plaats inlaatschroef doorvoerpomp
3.
Inlaatschroef injectiepomp
4.
Hendeltje injectiepomp
5.
Let op de bevestigingshoek