•
Geef het nummer van een in de fabriek ingestelde
autotest in om er een kopie van te maken, en deze te
wijzigen en op te slaan als uw eigen nieuwe autotest.
•
Geef het nummer van een eigen autotest in om deze
te wijzigen.
Ga als volgt verder:
6
Geef het testnummer in, b.v. 123.
1 2 3
7
Bevestig het nummer.
GO
Als u het nummer van een in de fabriek
ingestelde test ingegeven hebt moet u de
stappen 8 en 9 doen om een kopie van deze
test te maken.
Als u een nieuw nummer of een nummer
van een eigen test ingegeven hebt kunt u
verder gaan met stap 10.
8
Geef het nummer in dat toegewezen moet
4 5 6
worden aan de kopie van de gekozen in de
fabriek ingestelde test, b.v. 456.
9
Bevestig het nieuwe autotest nummer en ga
GO
naar het set-up instructiescherm.
10
Begin met het definiëren van de test.
Tester Instellen: Verdere Functies
11
Kies de testparameters die veranderd
moeten worden.
Verander de testparameters.
Zie Tabel 2 voor de testparameters.
12
Verlaat het set-up scherm als u klaar bent
GO
met het ingeven van de testparameters.
13
Bekijk/wijzig de testparameters, of
Sla de testparameters op.
MEM
14
Geef een autotest beschrijving (tekst) in.
15
Bevestig de ingave en sla de autotest op.
GO
Opmerkingen
1)
De test nummers 145 tot 155 en 241 tot 250
zijn gereserveerd voor toekomstige door de
fabriek in te stellen tests.
2)
Eigen autotests worden niet in numerieke
maar in chronologische volgorde opgeslagen.
3)
Als u STOP drukt tijdens een tekstingave
wordt een standaard tekst gebruikt.
Zie pagina 32 om opgeslagen autotests te bekijken.
Gebruiksaanwijzing
11