Hoofdstuk 2: Installatie hardware
Volg de onderstaande beschrijvingen als richtlijn voor de installatie van de fotometer en de geassocieerde
accessoires. Deze richtlijnen zijn toepasselijk voor specifieke toepassingsinstallaties of in het geval van
OEM-componentinstallatie op een geschikt paneel.
SCHAKEL DE STROOM VAN DE UNIT NIET IN TOTDAT DIT WORDT
GEVRAAGD IN DE SETUP VAN HET INSTRUMENT EN DE
2.1 Omgeving
Het wordt sterk aanbevolen de fotometer te installeren in een schone, droge ruimte waar de
omgevingstemperatuur niet hoger is dan 115°F/46°C. Systemen gemonteerd in behuizingen kunnen
gespoeld worden met schone, droge, olievrije lucht (of stikstof) om de warmte binnen de behuizing af te
voeren.
2.2 Materieel
Voor permanente installaties, schroef de fotometer, het rugpaneel, of de behuizing (indien van
toepassing) op zijn plaats met montageschroeven. De locatie moet veilig, stevig en sterk genoeg zijn om
het gewicht van het geïnstalleerde systeem te ondersteunen.
Voor laboratoriumgebruik, zorg dat er voldoende ruimte is op de tafel of het tafelblad voor de
meegeleverde hardware.
Voor alle systemen, haal de glasvezelkabel(s) door een beschermingsbuis of andere geschikte
beschermingsmaatregelen zoals gewenst. Raadpleeg Hoofdstuk 2.3 hieronder voor de instructies voor
installatie van optische componenten.
Leg de vereiste elektrische bedrading aan voor de voeding van het instrument en de outputsignalen (4-20
mA). Bekijk Hoofdstuk 2.4 hieronder vooraleer de elektrische verbindingen te maken.
PendoTECH UV-VIS-NIR Fotometer Gebruikersgids
Revisie 2
Pagina 8 van 25