RADION receiver OP
Afbeelding 13.14: Rookmelder
1 ᅳ LED met hoge intensiteit
2 ᅳ Knop testen/stilzetten
13.1
Batterijvervanging
Onder normale omstandigheden, knippert de LED normaliter om de 8 sec. om normale
bedrijfsomstandigheden aan te geven. Vervang de batterijen wanneer de LED stopt met
knipperen en de sensor om de 45 sec gaat piepen.
Zet het piepsignaal voor de lege batterij gedurende 24 uur stil door op de knop testen/
uitzetten te drukken. Raadpleeg de afbeelding van de rookmelder voor de locatie van de knop
Testen/uitzetten.
13.2
Rooktest
Test rookmelders jaarlijks met een erkende rooktestspuitbus om een alarm te simuleren. Volg
de instructies op de spuitbus.
De LED hoort te blijven branden terwijl de melder een permanente toon voortbrengt. De
melder wordt automatisch gereset als er geen rook meer aanwezig is. Een melder die bij de
rooktest niet wordt geactiveerd moet mogelijk worden gereinigd of vervangen.
Aanwijzing!
Om te voorkomen dat de brandweer uitrukt, dient u contact op te nemen met de meldkamer
of het systeem in de testmodus te zetten voordat u de rookmelder op deze manier activeert.
13.3
Gevoeligheidstest
Aanwijzing!
De inbraakcentrale herkent de testmodus als een test. Er wordt geen alarm verzonden.
Bij de melder hoort een gevoeligheidsniveautest om de gevoeligheid van de melder te bepalen:
1.
2.
Bosch Security Systems, Inc.
1
Houd de knop testen/uitzetten 4 seconden ingedrukt. De LED knippert 1 tot 9 keer.
Tel het aantal keer dat de LED knippert en gebruik de tabel gevoeligheidsomstandigheden
rookmelder om de status van de gevoeligheid van de melder en de aanbevolen handeling
te bepalen.
2
Referentiegids
RADION rookmelder | nl
43
2015.12 | 03 | F.01U.261.835