6. Elektrische aansluiting
Het aansluiten en in bedrijf stellen mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Levensgevaar! Levensgevaar door elektrische of mechanische krachten!
Schakel voor aanvang van werkzaamheden aan de motorreductor en aanverwante onderdelen altijd de
stroomvoorziening uit door middel van de hoofd- of werkschakelaar en beveilig deze tegen inschakelen door
middel van een hangslot.
6.1 Netaansluiting bij AC-motoren met 1 fase
Voorzichtig
De netspanning mag maximaal 5% afwijken van de spanning, zoals vermeld op het typeplaatje van de
elektromotor.
Het elektrisch schema vindt u in de bijlagen op pagina 24.
1.
Verwijder de afdekkap van de klemmenstrook van de elektromotor.
2.
Steek de kabel door de wartel en rubberen pakking.
3.
Sluit de groen/gele aansluiting aan op de PE klem (aarde).
4.
Sluit nul (N) aan op klem U1 en schakel de fase (L), volgens het elektrisch schema, tussen klem V1 en W1, afhankelijk
van de gewenste draairrichting.
5.
Breng de motorreductor met behulp van een zeskant stift in een positie tussen beide eindschakelaars.
6.
Controleer de draairichting van de uitgaande as ten opzichte van de eindschakelaar en de besturingskast, wissel
indien nodig de bedrading van V1 en W1 om (zie afbeelding).
7.
Monteer de afdekkap en pakking van de klemmenstrook terug op de elektromotor en draai de wartel aan.
8.
Zorg dat de kabels vrij liggen van bewegende delen.
6.2 Netaansluiting bij AC-motoren met 3 fase
Voorzichtig
De netspanning mag maximaal 10% afwijken van de spanning, zoals vermeld op het typeplaatje van de
elektromotor.
Let op!
Het verwisselen van de fase in de voedingsspanning zorgt dat de draairichting van de aandrijving veranderd.
Een fasen verwisseling heeft invloed op de werking van het eindschakelaarsysteem.
Het elektrisch schema vindt u in de bijlagen op pagina 25.
1.
Verwijder de afdekkap van de klemmenstrook van de
elektromotor.
2.
Steek de kabel door de wartel en rubberen pakking.
3.
Sluit de groen/gele aansluiting aan op de PE klem (aarde).
4.
Sluit fase L1 aan op klem U1, fase L2 op klem V1 en fase
L3 op klem W1 (zie afbeelding).
5.
Breng de motorreductor met behulp van een zeskant stift
in een positie tussen beide eindschakelaars.
6.
Controleer de draairichting van de uitgaande as ten
opzichte van de eindschakelaar en de besturingskast,
wissel indien nodig twee fasen om.
7.
Monteer de afdekkap en pakking van de klemmenstrook
terug op de elektromotor en draai de wartel aan.
8.
Zorg dat de kabels vrij liggen van bewegende delen.
De Gier B.V., Westlandseweg 9, 2291 PG WATERINGEN, THE NETHERLANDS,
+31 (0)174 292089, sales@degierdrivesystems.com, www.degierdrivesystems.com
Versie 1 – 2020 / 03 / 01
U1
V1
W1
Aansluitklemmen elektromotor (3 fase)
W2
U2
V2
(PE/GND)
17