Importeur voor Nederland
zuig-apparaat, die niet voorzien zijn van een luchtinlaat;
•
de luchtstroom van de aangrenzende kamer moet de kamer onbelemmerd
ventileren door de permanente openingen met een over het algemeen
sectiegrootte die niet minder is dan hierboven aangegeven. De benodigde
openingen kunnen worden verkregen door vergroting van de ruimte tussen de
deur en de vloer.
9.2.1 ENKELVOUDIGE OF MEERVOUDIGE VENTILATIEKANALEN
Als de toevoer van verbrandingslucht met buizen gebeurt dan moet de aanwezige trek,
geproduceerd door het geïnstalleerde apparaat en het afvoersysteem van de
verbrandingsproducten, groter zijn dan de som van de weerstand van de buizen
(wrijvingsweerstand, weerstand bij wijziging traject, knelpunten, enz.).
Enkelvoudige ventilatiebuizen mogen horizontaal en verticaal liggen: de buizen die horizontaal
liggen moeten een zo kort mogelijke lengte hebben.
De verbindingen tussen de verschillende buizen moeten worden gedaan zonder vernauwingen
met scherpe hoeken.
De hoek van de aansluiting tussen 2 assen van 2 opeenvolgende secties mag niet kleiner zijn
dan 90°.
Als er meervoudige ventilatie is dan mag de aanwezige trek ten hoogste 10% zijn van de som
van de weerstand van de buizen (wrijvingsweerstand, weerstand bij wijziging traject,
knelpunten, enz.).
Meervoudige ventilatiebuizen mogen enkel vertikaal zijn.
De plaats van de toevoer in de te ventileren ruimte moet vanonder zijn en er mag geen
overdracht mogelijk zijn vanwege de uitlaat van de verbrandingproducten. Deze plaats moet
beschermd worden met een rooster of iets gelijkwaardigs.
9.3 ROOKGASSEN
Het rookkanaal, de rookuitlaat en de schoorsteen (de installatie om de
verbrandingsproducten af te voeren) zijn onderdelen van de installatie en moeten
beantwoorden aan de richtlijnen van DM 37/08 (ex wet 46/90) en aan specifieke
installatienormen die van toepassing zijn op het type brandstof.
Openvuur-plekken, kachels en barbecues mogen niet worden geïnstalleerd in
ruimtes waar gastoestellen van type A of type B staan (voor deze classificatie
raadpleeg UNI 10642 en UNI719). Er mag maar 1 apparaat op de schoorsteen
worden aangesloten.
De installateur dient één of meer toegangspunten op de uitlaat van de schoorsteen
te maken om de emissies te kunne controleren als de kachel is geïnstalleerd;
Deze toegangspunten moeten zodanig worden aangebracht dat ze luchtdicht en
afsluitbaar zijn om te voorkomen dat uitlaatgassen kunnen lekken. Het toestel is
uitgerust met een rookgasafvoerventilator die werkt onder lage druk en met zeer
lage rookgas-temperaturen, daarom is het raadzaam om te isoleren om er voor
te zorgen dat de afvoer van rookgas adequaat wordt afgevoerd en om te
voorkomen de er een mogelijke risico is dat er condensatie ontstaan kan.
9.3.1 TYPE SCHOUW
Voor de constructie van de schouw zijn er de volgende definities:
systeem: schouw geïnstalleerd met een combinatie van samenhorende onderdelen
(interne buis, isolatiemateriaal, extern omhulsel enz...) Deze componenten zijn door één
enkele fabrikant gemaakt en hebben het CE certificaat volgens de specifieke normen;
Composietschouw: schouw geïnstalleerd of gebouwd met een combinatie van
samenpassende onderdelen waaronder de interne buis (muur direct in contact met de
Installatiehandleiding – Gebruik en onderhoud
Pelletkachel o.b.v. Idra Pellet 13 Kw (PIDRA13)