HA12CJ - HA32CJ - HA12CJ+ - HA32CJ+
D
- Gebruiksaanwijzingen
5.4 -
S
LEPEN
Bij een defect aan de machine is het mogelijk de machine over een korte afstand te slepen :
• Controleer of er zich geen personeel in de mand bevindt tijdens het slepen.
• Voor het slepen controleert u of de machine zich in ingetrokken positie bevindt en de toren vergrendeld
is.
• Er zich geen ladingen in de gondel (of op het platform)bevinden.
Verwijder, om een machine met pech te slepen, de klauwkoppeling van de wieldrijfwerken.
Voer deze handeling uit op een vlakke ondergrond en rechtgezette wielen.
In de sleepopstelling wordt de machine niet meer afgeremd. We raden u aan een trekstang te
gebruiken :
• Overschrijd niet de maximale uitloop snelheid (Naar verwijzen
nische kenmerken).
• Rijd niet over een helling boven de 25%.
5.4.1 - Klauwontkoppeling
Draai de centrale schroef ( 1 ) los totdat de schroef de
aanslag raakt.
Tijdens de klauwontkoppeling bevindt de machine zich in de vrijloopstand en werkt het remsysteem niet.
5.4.2 - Klauwkoppeling
• Voor een normale werking, voert u de handelingen in omgekeerde volgorde uit. Ontkoppel
de reductiemiddelen.
Voer enkele verplaatsingsbewegingen uit. Het koppelen is voltooid.
4000827170
E 10.21
Hoofdstuk B 4.1 - Tech-
NL
77
A
B
C
D
E
F
G
H
I