HA12IP
D
- Gebruiksaanwijzingen
5.6 -
T
ILHANDELING
Tijdens het laden/lossen met een overhead kraan is het belangrijk om het volgende na te leven
:
• Plaats de machine in ingetrokken stand met boom en arm ingetrokken.
• Platform moet leeg zijn.
• Draai de toren en de draaiarm zoals hieronder beschreven.
• Controleer of hefaccessoires in goede staat van werking verkeren en overeenkomen met de
technische specificaties. Hefapparatuur moet alleen aan de daarvoor bestemde hefogen
worden bevestigd.
• Geen enkele gebruikte ketting of strop voor het tillen van de machine moet aangepast
worden om de machine op niveau te houden en het risico op schade aan de machine te
verlagen.
• DE verankeringspunten voor het tillen zijn aangeduid met het volgende symbool
• Enkel opgeleid en geautoriseerd personeel mag het tillen van de machine uitvoeren.
Verleng de machine nooit met tilapparaten gekoppeld aan het tegengewicht.
H i j s c o n f i g u r a t i e
Machine
Afstand C
HA12IP
20 cm (8 in)
Hef, voor het aanbrengen van de stroppen, de draaiarm op om een ruimte van minimaal 20 cm (8in) tussen de
bodem en de gondel te verkrijgen.
72
4001168340
A
B
Aantal
Lengte A
stroppen
4
5 m (16 ft 5 in)
m e t
h i j s s t r o p p e n
Lengte B
5 m (16 ft 5 in)
E 08 .21
C
Max. belasting per riem en per
sluitschalm
5000 DaN (11241 lbf)
.
NL