Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor Kleur En Versterking; Het Beeld Pauzeren - B&G Zeus3 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Zeus3:
Inhoudsopgave

Advertenties

Lage frequenties, bijvoorbeeld 50 kHz, gaan diep. Ze genereren een brede kegel, maar zijn
iets gevoeliger voor ruis. Ze zijn geschikt voor bodemonderscheiding en het doorzoeken
van een groot gebied.
Met hoge frequenties, bijvoorbeeld 200 kHz, is meer te onderscheiden. Ze zijn minder
gevoelig voor ruis. Ze zijn geschikt om doelen te onderscheiden en voor vaartuigen met
een hogere snelheid.

Instellingen voor kleur en versterking

U kunt de beeldinstellingen ook aanpassen in het Echosounder-menu.
Gain
Met de gain (versterking) bepaalt u de gevoeligheid van Echosounder.
Hoe meer u de gain verhoogt, hoe meer details er op het beeld worden getoond. Een
hogere gain-instelling kan echter meer achtergrondecho's op het beeld veroorzaken. Als de
gain te laag wordt ingesteld, worden zwakke echo's mogelijk niet weergegeven.
Auto gain
De optie Auto gain houdt de gevoeligheid op een niveau dat in het algemeen het beste
werkt.
Met de gain op automodus, kunt u een positieve of negatieve offset instellen voor de
automatische gain.
Kleur
Sterke en zwakke echosignalen hebben verschillende kleuren om de verschillende
signaalsterktes aan te geven. De kleuren die gebruikt worden zijn afhankelijk van het palet
dat u selecteert.
Hoe meer u de kleurinstelling verhoogt, hoe meer echo's er getoond worden in de kleur aan
het sterkste uiteinde van de schaal.
Structuuropties
Wanneer een StructureScan-bron is aangesloten op uw systeem, kunt u een DownScan-
beeld weergeven als overlay op het normale echobeeld.
Opties voor het DownScan-beeld. Deze menu-optie is beschikbaar als Overlay DownScan
is geselecteerd in het dialoogvenster Echo-instellingen. For more information see "-instellingen"
op pagina 95.
Bron
Druk hierop om in het geselecteerde paneel de bron voor het beeld op te geven.
U kunt twee bronnen tegelijkertijd weergeven middels een gesplitst paneel. De menu-items
voor elk paneel werken onafhankelijk van elkaar.
De bron kan de interne Echosounder, een ander MFD in het Ethernet- netwerk of een
module van Echosounder zijn. Raadpleeg de installatiehandleiding van Zeus³ voor meer
informatie over het definiëren van bronnen.
Ú Notitie:
Bij gebruik van twee transducers op hetzelfde frequentiebereik kan er
interferentie ontstaan tussen de twee transducers en worden deze in het beeld mogelijk
weergegeven als verticale lijnen. U kunt dit voorkomen door een transducer in te stellen
op een frequentiebereik (bijvoorbeeld Medium CHIRP) en de andere transducer op een
ander frequentiebereik (bijvoorbeeld High CHIRP) met de menuoptie Frequentie.

Het beeld pauzeren

U kunt het beeld pauzeren, zodat u het goed kunt bekijken.
Deze functie is handig als u een waypoint precies op het beeld moet positioneren en als u de
cursor gebruikt om de afstand tussen 2 elementen op het beeld te meten.
Met de pauzefunctie stopt de Echosounder met het pingen van de transducer. Het systeem
verzamelt geen Echosounder-gegevens als het beeld op deze manier wordt gepauzeerd.
Echosounder| Zeus3 Gebruikershandleiding
91

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave