SMA Solar Technology AG
Voorwaarden:
☐ Wijzigingen van netgerelateerde parameters moeten door de verantwoordelijke
netwerkexploitant zijn goedgekeurd.
☐ Wijzigingen van netgerelateerde parameters moeten door de verantwoordelijke
netwerkexploitant zijn goedgekeurd.
Werkwijze:
1. De gebruikersinterface oproepen (zie hoofdstuk 8.1, pagina 46).
2. Bij gebruikersinterface aanmelden (zie hoofdstuk 8.2, pagina 50).
3. Roep het menu Apparaatparameters op.
4. Kies [Parameters bewerken].
5. Als er parameters moeten worden gewijzigd die met een slotsymbool zijn gekenmerkt, moet u
zich aanmelden met de SMA Grid Guard-code (alleen voor installateurs):
• Kies het menu Gebruikersinstellingen (zie hoofdstuk 8.3, pagina 52).
• Kies in het volgende contextmenu [SMA Grid Guard-aanmelding].
• Voer de SMA Grid Guard-code in en kies [Aanmelden].
6. Open de parametergroep, waarin de parameter zich bevindt, welke moet worden gewijzigd.
7. Wijzig de gewenste parameter.
8. Kies [Alle opslaan] om de wijzigingen op te slaan.
☑ De parameters van de omvormer zijn ingesteld.
Instellingen overnemen
Het opslaan van de uitgevoerde instellingen wordt door een zandlopersymbool op de
gebruikersinterface weergegeven. De gegevens worden bij voldoende DC-spanning direct
aan de omvormer overgedragen en overgenomen. Wanneer de DC-spanning te laag is (bijv.
's avonds) worden de instellingen weliswaar opgeslagen, maar deze kunnen niet direct aan
de omvormer worden overgedragen en door de omvormer worden overgenomen. Zolang de
omvormer de instellingen nog niet heeft ontvangen en overgenomen, wordt op de
gebruikersinterface nog het zandlopersymbool getoond. De instellingen worden
overgenomen, wanneer voldoende DC-spanning actief is en de omvormer opnieuw start.
Zodra het zandlopersymbool op de gebruikersinterface verschijnt, worden de instellingen
opgeslagen. De instellingen gaan niet verloren. U kunt zich van de gebruikersinterface
afmelden en de installatie verlaten.
8.11 Landspecifieke gegevensrecord instellen
De omvormer is bij levering op een algemeen geldende landspecifieke gegevensrecord ingesteld.
U moet de landspecifieke gegevensrecord achteraf aanpassen aan de installatielocatie.
Bedieningshandleiding
SBxx-1AV-41-BE-nl-10
8 Bediening
59