22. Sluit de stofafzuiginrichting aan
- Als er installaties voor het aansluiten van stofaf
zuiginrichtingen voorhanden zijn, vergewis U zich
dat deze aangesloten en gebruikt worden.
Asbest bevattende materialen mogen niet worden
bewerkt.
Het desbetreff ende ongevallenpreventievoorschrift
(VBG 119) van de vereniging ter voorkoming van ar-
beidsongevallen naleven.
Bijzondere veiligheidsaanwijzingen
Gevaar!
1.
Vóór inbedrijfstelling van de slijpmachine dienen
de slijplichamen aan een klankproef te worden
onderworpen (intacte slijplichamen hebben
een heldere klank als u er lichtjes met een
kunststofhamer tegen slaat.) Dit is ook het geval
als nieuwe slijplichamen worden opgespannen
(transportschade). De machine moet zeker min-
stens een vijftal minuten onbelast proefdraaien.
Daarbij dient u uit de gevarenzone weg te gaan.
2.
Er mogen enkel slijplichamen worden gebruikt
waarop de fabrikant, de wijze van binding, de
afmetingen en het toelaatbare toerental staan
vermeld.
3.
Slijplichamen moeten op een droge plaats bij zo
constant mogelijke temperaturen worden be-
waard.
4.
Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel de bijgeleverde spanfl enzen worden ge-
bruikt.
5.
Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel spanfl enzen worden gebruikt die even groot
zijn en dezelfde vorm vertonen. De tussenlagen
tussen spanfl ens en slijplichamen moeten van
elastische materialen zoals b.v. rubber, zacht kar-
ton enz. zijn.
NL_NTS_155_SPK7.indb 8
NL_NTS_155_SPK7.indb 8
N
6.
Het bevestigingsboorgat van de slijplichamen
mag niet achteraf door boren worden vergroot.
7.
De werkstukhouders en de bovenste bijregelbare
beschermende afdekkingen dienen zo dicht
mogelijk tegen het slijplichaam worden geplaatst
(afstand maximaal 2 mm).
8.
Slijplichamen mogen niet zonder bescherminrich-
ting worden gebruikt. Daarbij mogen de volgende
afstanden niet worden overschreden :
- Werkstukhouder / slijpschijf:
max. 2 mm
- Beschermende afdekking/slijpschijf: max. 2 mm
9.
Voordat u de dubbele slijper gebruikt, dienen de
beschermende houder, de werkstuksteun en de
blindering worden aangebracht.
10. Trek de netstekker uit het stopcontact alvorens
van slijpschijf te verwisselen.
11. De max. randsnelheid van de droogslijpschijf
bedraagt :
Ø 150 = 23,16 m/s
Berekening:
Randsnelheid m/s = (d x 3,14 x n) / (60 x 1000)
d = diameter van de slijpschijf in mm
n = motortoerental per minuut
Voorbeeld:
m/s = (150 x 3,14 x 2950) /
(60 x 1000) = 23,16 m/s
12. De max. randsnelheid van de natslijpschijf be-
draagt: Ø 200 = 1,40 m/s
Berekening:
Randsnelheid m/s = (d x 3,14 x n) / (60 x 1000)
d = diameter van de slijpschijf in mm
n = motortoerental per minuut
Voorbeeld:
m/s = (200 x 3,14 x 134) /
(60 x 1000) = 1,40 m/s
13. Max. toelaatbare motorhuistemperatuur : 60°C
14. Vul de zwarte waterbak van de fi jnslijpschijf met
water tot aan de as.
8
02.03.2017 08:47:01
02.03.2017 08:47:01