5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap anders afstelt.
5.1 Beschermafdekking (fi g. 1, pos. 13)
De beschermafdekking (13) beschermt tegen het
•
per ongeluk aanraken van het zaagblad (18) en
laat toch een blik op het snijgebied toe.
•
De beschermafdekking (13) moet bij het uitvoeren
van sneden altijd gemonteerd zijn.
De beschermafdekking (13) kan naar voor eraf
•
worden getrokken zoals voorgesteld in afbeelding
2. Druk daarvoor de afdekking aan de bovenkant
licht samen.
5.2 Wissel van het zaagblad (fi g. 3, pos. 18)
Opgelet!
U kunt zaagbladen zonder gebruik van ander ge-
•
reedschap monteren of vervangen.
•
Trek de netstekker uit het stopcontact, voordat u
een zaagblad monteert of vervangt.
Zet de omschakelaar voor pendelslag (10) in stand
•
III.
•
De tanden van het zaagblad zijn erg scherp.
•
Beschermafdekking (13) eraf trekken.
•
Op de houder voor het zaagblad (16) drukken en
het zaagblad (18) tot aan de aanslag in de zaag-
bladhouder (16) leiden (fig. 3). De tanding van het
zaagblad moet naar voor wijzen.
•
De houder voor het zaagblad (16) weer terug laten
glijden. Het zaagblad (18) moet in de geleiderol
(11) zitten.
D_PS_850_EX_NL_SPK7.indb 13
D_PS_850_EX_NL_SPK7.indb 13
N
•
Controleer of het zaagblad (18) vast in de houder
zit.
De beschermafdekking (13) van voor weer op de
•
pendelslag-decoupeerzaag schuiven.
•
Het verwijderen van het zaagblad gebeurt in om-
gekeerde volgorde.
5.3 Montage van de parallelaanslag (fi g. 4, pos. 14)
De parallelaanslag (14) stelt u in staat om parallel-
•
le sneden uit te voeren.
•
Draai de beide vastzetschroeven (12) aan de zaag-
schoen (7) los.
Schuif dan de parallelaanslag (14) in de geleidin-
•
gen aan de zaagschoen (7). U kunt de parallelaan-
slag (14) inzetten aan de linker- of rechterkant van
het apparaat.
De geleidelijst steeds naar beneden uitrichten.
•
Zet de benodigde afstand vast met behulp van de
meetschaal van de parallelaanslag (14) en draai de
vastzetschroeven (12) weer aan.
5.4 Instellen van de zaagschoen voor versteksne-
den (fi g. 5)
De vastzethendel (15) aan de zaagschoen loszet-
•
ten.
•
De zaagschoen (7) licht naar achter schuiven. De
zaagschoen kan nu tot 45° naar links of rechts
worden gekanteld.
Als de zaagschoen (7) weer naar voor wordt ge-
•
schoven, dan functioneert dit telkens alleen in de
grendelstanden bij 0°, 15°, 30° en 45° die op de
gradenschaal voor de zaagschoen (8) zijn gemar-
keerd. Zaagschoen in de juiste positie brengen en
de vastzethendel (15) aanhalen.
•
De zaagschoen (7) kan echter ook zonder meer op
een ander hoekmaat worden ingesteld. Daarvoor
de zaagschoen (7) naar voor schuiven, de gewens-
te hoek instellen en de vastzethendel (15) weer
aanhalen.
13
07.11.2016 13:12:52
07.11.2016 13:12:52