4.9 Meer-punt-meting
In deze modus kunt u in realtime metingen opslaan en met een instelbare bestandsnaam voorzien,
voor het vereenvoudigen van het rangschikken.
In deze meetmodus heeft u 99 opslagplaatsen tot uw beschikking.
Druk op ON om de parameter te meten.
Druk op F1 (ABORT) of F4 (SAVE) om de meting te verlaten of deze op te slaan.
Druk op F3 (EDIT) om de naam van een bestand met de opgeslagen waarden te bewerken.
Om de bestandsnaam te bewerken gebruikt u de toetsen 1SYM, 2ABC, 3DEF, 4GHI, etc. Houd
de desbetreffende toets zo lang ingedrukt, tot de gewenste letter verschijnt en laat dan los.
Druk kort op CLR om een bestand te wissen, of houd de CLR-toets langer dan 2 sec. ingedrukt
om het totale geheugen te wissen.
Voordat u gaat printen, dient u het te printen bereik te selecteren met EDIT, en hierna drukt
u op START om het printen te starten.
GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-JR 911
12