2.
Verwijder de dop van de
schoonwatertankafvoer en houd hierbij de
slang omhoog. Leg de slang dan voorzichtig
bij het afvoerpunt op de vloer of in de
gootsteen.
3.
Spoel de tank schoon met een krachtige
warmwaterstraal. U kunt de tank
schoonspoelen via de vulopening.
4. Als de schoonwatertank geheel leeg is,
vervangt u de plug van de afvoerslang door
een nieuwe. Plaats de afvoerslang weer op
de aansluitklem op de machine.
In de schoonwatertank bevindt zich één standaard
vloeistoffilter. Als dit filter vuil is, wordt de
vloeistoftoevoer minder. Controleer deze filters en
reinig ze zo nodig.
OPMERKING: Reinig de tanks NIET met stoom.
Door overmatige hitte kunnen de tanks en andere
onderdelen beschadigd raken.
5680 330465 (12- 2013)
BEDIENING
37