9.
Spuit de binnenkant van de vuilwatertank
schoon met schoon water.
OPMERKING: Reinig de tanks NIET met stoom.
Door overmatige hitte kunnen de tanks en andere
onderdelen beschadigd raken.
10.Zit er een optioneel vuilrooster in uw
machine, verwijder en reinig het dan
dagelijks.
11. Spoel de vlottersensor schoon aan de zijkant
van de vuilwatertank.
12.Verwijder en reinig het vacuümventilatiefilter
in de vuilwatertank. Reinig dit door het stof
eraf te schudden of de plooien af te spoelen
met water met een lage druk. Plaats hierna
het filter weer terug in de vuilwatertank.
OPMERKING: Het vacuümfilter moet droog zijn
voordat u het terugplaatst in de machine.
13. Als de vuil- en schoonwatertanks geheel
leeg zijn, vervangt u de pluggen van de
afvoerslang door nieuwe. Plaats de
afvoerslangen weer op de aansluitklemmen
op de machine.
5680 330465 (12- 2013)
BEDIENING
35