BEDIENING
TIJDENS HET GEBRUIK
Raap grote stukken vuil van de vloer alvorens u
gaat schrobben. Verwijder stukken touw, draad,
grote stukken hout en ander vuil dat zich rond de
borstels kan wikkelen of in de borstels kan komen
vast te zitten.
Maak zo recht mogelijke banen. Vermijd botsingen
met deurposten en schuur niet met de machine
langs muren. Laat de schrobbanen elkaar enkele
centimeters overlappen (een paar inch).
Geef geen ruk aan het stuur als de machine in
beweging is. De machine reageert direct op
plotselinge bewegingen. Vermijd het maken van
plotselinge, scherpe bochten, tenzij het een
noodgeval betreft.
Tijdens het schrobben kunt u de druk van de
schrobborstel en de vloeistoftoevoer aanpassen.
Voor het beste resultaat houdt u de borsteldruk en
de vloeistoftoevoer zo laag mogelijk.
Als u merkt dat de machine niet goed
schoonmaakt, stopt u met schoonmaken en leest
PROBLEMEN MET DE
u het onderdeel
MACHINE OPLOSSEN
in deze handleiding.
Rijd langzaam als u op een helling werkt. Schrob
helling op met de machine, niet helling af.
VOOR DE VEILIGHEID: Rijd langzaam met
de machine op hellingen en gladde
oppervlakken.
Gebruik de machine niet op plaatsen waar de
omgevingstemperatuur hoger is dan 43
Gebruik de schrobfuncties niet op plaatsen waar
de omgevingstemperatuur onder het vriespunt 0
C ligt.
De maximale hellingsgraad omhoog en omlaag
met lege tanks is 14,1%, met volle tanks is dit
10,5%.
20
C.
°
°
5680 330465 (12- 2013)