1-10 Breng de naam in,
van de departementen
en de tickethoofding
1-10-1 Karakter
toetsenbord
1Dubbele grootte toets
Specificeert dat het volgend karakter van
dubbele grootte is. U drukt deze toets in,
telkens voor een karakter van dubbele
grootte.
2Alfanumerieke toetsen
Gebruikt om karakters in te geven. Refereer
naar de volgende blz. voor de karakters.
3Rechter pijl toets
Gebruik deze om een karakter in te geven,
dat zich bevindt op dezelfde toets. Tevens
gebruikt om een spatie in te geven.
4Wis toets
Wist het laatst ingegeven karakter.
5Departementstoetsen
Gebruikt om een departement aan te duiden.
6Departement shift toets
Gebruikt als departementsniveau.
1-10-2 Programmatie
departementsnaam
Voorbeeld
Departement
1
7
Naam
DAIRY
HBA
tot max. 8 (4 dubbele grootte) karakters
G
Departement 1
In PGM 2 wordt het toetsenbord gebruikt als karaktertoetsenbord zoals hieronder
getoond, nadat u een departement of de tickethoofding heeft aangeduid.
1
DBL
2
7
8
—
ABC
4
5
GHI
JKL
1
2
PQRS
TUV
3
→
0
7 Programma einde (
Beëindigt de karakter
programmatie.
><VVVZZZCCC
D
A
I
åS
\VV<<+<
Departement 7
Deel-2 EXTRA FUNCTIES
6
5
14
9
9
4
DEF
6
MNO
3
WXYZ
4
DEL
k
toets)
8Bevestigingstoets (
Bevestigt de ingave van het departement /
de tickethoofding .
X
k
P2 verschijnt op het scherm
p
→ refereer naar 1-10-4
R
Y
p
→ refereer naar 1-10-4
H
B
A
k
(om te eindigen)
Sleutelstand
CAL
REG
OFF
RF
PGM
PGM
DEPT
SHIFT
15
10
5
13
8
3
7
12
7
SUBTOTAL
2
8
11
6
CASH AMT
1
TEND
p
toets)
X
Z
N
25