De telefoon is standaard ingesteld voor
verbindingen met het netwerk. Als u de instellingen
wijzigt zonder de instructies van de provider te
raadplegen, is het mogelijk dat de webbrowser,
MMS- en e-mailfuncties niet goed werken.
Een WAP-profiel maken
1. Druk op <Nieuw>. Als er al een profiel is
opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u
Nieuwe verbinding toevoegen.
2. Kies WAP-instellingen, indien van toepassing.
3. Geef de profielparameters op:
•
Profielnaam: hier geeft u een profielnaam in.
•
URL startpagina: hier geeft u het URL-adres
van de pagina in die u wilt instellen als
startpagina.
•
Proxy: hier kunt u de proxyserver activeren en
deactiveren.
•
IP-adres: hier geeft u het IP-adres van de
proxyserver in.
•
Poort: hier geeft u het poortnummer van de
proxyserver in.
•
Wachttijd: hiermee stelt u de periode in
waarna de verbinding met het netwerk wordt
verbroken als er binnen de opgegeven periode
geen gegevensverkeer heeft plaatsgevonden.
•
DNS: hier kunt u de DNS-adressen (Domain
Name Server) activeren en deactiveren.
•
DNS 1 en DNS 2: hier geeft u het primaire en
secundaire DNS-adres in.
•
Drager: hier selecteert u het type drager voor
het netwerk.
•
Geavanceerde instellingen: hiermee wijzigt
u de geavanceerde opties. Afhankelijk van de
ingestelde drager verschillen de beschikbare
opties.
Als de drager is ingesteld op GPRS:
APN: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
115