Beeldschermhelderheid aanpassen
In de fabriek is ingesteld dat de helderheid van het beeldscherm – afhankelijk van lichtverhoudingen –
automatisch wordt aangepast. Ga als volgt te werk wanneer U deze functie wilt wijzigen:
Selecteer de programma functie met behulp van
de selectie toets (9). Op het beeldscherm
verschijnt het menu voor de speciale functies.
Beweeg de joystick naar links of rechts of
gebruik de menu selectie toets (10) tot de
gewenste helderheidsfunctie in het midden van
het beeldscherm verschijnt.
Als U de helderheid van het beeldscherm wilt
wijzigen, bevestigt U dit door de joystick omhoog
te bewegen.
Verstel de helderheid van het beeldscherm met de
joystick naar links/rechts te bewegen of gebruikt
U de linkse/rechtse menukeuzetoets (10).
Om de geselecteerde helderheid in het geheugen
op te slaan, beweegt U de joystick naar boven of
beneden.
Om
terug
te
gaan
rijprogramma drukt U op de rijprofielen toets (8) in
de rijmodus.
Selecteer de programma functie met behulp van
de selectie toets (9). Op het beeldscherm
verschijnt het menu voor de speciale functies.
Beweeg de joystick naar links of rechts of
gebruik de menu selectie toets (10) tot de
gewenste helderheidsfunctie in het midden van
het beeldscherm verschijnt.
Als U de helderheidsfunctie van het beeldscherm
wilt wijzigen, bevestigt U dit door de joystick
omhoog te bewegen.
Verstel de helderheidsfunctie van het beeldscherm
met de joystick naar links/rechts te bewegen of
gebruikt U de linkse/rechtse menukeuzetoets
(10).
= Binnen
= Buiten
= Automatisch (via lichtsensor (7))
Om de geselecteerde helderheidsfunctie in het
geheugen op te slaan, beweegt U de joystick naar
boven.
Om
terug
te
gaan
rijprogramma drukt U op de rijprofielen toets (8) in
de rijmodus.
13
naar
het
algemene
naar
het
algemene
DX2 Besturing
vD - 2013-04