Aanbrengen bedrading
Stroomvoorziening
Om de ADAM makkelijk te kunnen gebruiken in industriële omgevingen, zijn ze ontworpen
om standaard +24V
ongeregelde stroom te accepteren. De werking is gegarandeerd bij het
DC
gebruik van elke stroomtoevoer tussen +10 en +30V
. Rimpelspanningen moeten beperkt
DC
worden tot 5V "peak to peak", terwijl het voltage in elk geval gehandhaafd moet blijven
tussen +10 en +30V
. Alle stroomtoevoer –specificaties zijn gerefereerd aan de module
DC
connector.
De stroomdraden moeten gekozen worden in overeenstemming met het aantal modules en
de lengte van de stroomdraden. Als u een netwerk gebruikt met lange kabels, adviseren wij
het gebruik van dikkere draden om het voltageverval in de bedrading te beperken. Behalve
grote spanningsverlagingen kunnen lange stroomdraden interferentie met communicatie-
draden veroorzaken.
Wij adviseren om de volgende standaard kleuren (zoals aangegeven op de modules) te
gebruiken voor de stroomdraden:
+V
(R) rood
S
GND (B) zwart (aarde)
Communicatiebedrading
Wij bevelen aan om afgeschermde, in elkaar gedraaide kabelparen ("twisted pairs"), die
voldoen aan de EIA RS-485 standaard, te gebruiken voor het ADAM netwerk, om
interferentie te voorkomen. Er is slechts één set in elkaar gedraaide kabelparen nodig om
zowel data als RTS signalen te verzenden. Wij adviseren om de volgende standaard kleuren
(zoals aangegeven op de modules) te gebruiken voor de communicatiedraden:
DATA + (Y) geel
DATA – (G) groen
Basis configuratie combinatie
Voor u een module in een bestaand netwerk plaatst, dient de module op de juiste wijze
geconfigureerd te worden. De twee volgende diagrammen tonen typische lay-outs voor beide
modules:
7