Opmerkingen omtrent de IR Meting
1. Het te testen voorwerp moet groter zijn dan de puntgrootte (doel) berekend door het
gezichtsvelddiagram (vermeld op de zijkant van de meter en in deze handleiding).
2. Als de oppervlakken bedekt zijn met ijs, olie, roet, enz. reinig deze dan eerst alvorens
metingen uit te voeren.
3. Indien het oppervlak van een voorwerp fel weerspiegelend is, breng kleefband of matte
zwarte verf aan het oppervlak alvorens te meten. Wacht totdat de verf of kleefband
aangepast is aan de temperatuur van het oppervlak die het bedekt.
4. Het is mogelijk dat de meter geen nauwkeurige metingen uitvoert door doorzichtige
oppervlakken zoals glas.
5. Stoom, stof, rook, enz. kunnen het meten belemmeren.
6. De meter compenseert automatisch voor afwijkingen in de omgevingstemperatuur. Het
kan toch 30 minuten duren vooraleer de meter is aangepast aan extreem grote
veranderingen.
7. Om een hotspot te vinden, richt de meter buiten het interesseveld en scan daarna
overdwars (in een op- en neerwaartse beweging) totdat de hotspot is gevonden.
Gezichtsveld
Het gezichtsveld van de meter is 30:1. Bijvoorbeeld, als de meter zich op 75 cm bevindt
van het doel (punt), moet de diameter van het doel tenminste 2,5 cm zijn. Andere
afstanden worden in het gezichtsvelddiagram weergegeven. Metingen moeten over het
algemeen worden uitgevoerd zo dicht mogelijk bij het te testen apparaat. De meter kan
metingen doen vanaf grotere afstanden maar dan kunnen de metingen beïnvloed worden
door externe bronnen of licht. Bovendien kan de puntgrootte zo groot zijn dat het
oppervlakken bevat die niet zijn bedoeld om gemeten te worden.
7
42512-EU V7.1 02/09