Gebruiksaanwijzingen
Temperatuurmetingen
1. Houd de meter vast bij het handvat en richt deze naar het op te meten oppervlak.
2. Trek aan de trigger om de meter aan te zetten en houd deze vast om te starten met de
meting. De temperatuurmeting, MAX temperatuurmeting, het 'SCAN' symbool, de
stralingsvermogenwaarde en de metingseenheid verschijnen op de LCD.
3. Laat de trigger los. De meting wordt gedurende 7 seconden vastgezet (HOLD
verschijnt op de LCD) en daarna wordt de meter automatisch uitgeschakeld. De enige
uitzondering hierop is wanneer de VERGRENDELING modus is ingesteld op AAN.
Opmerking: Kies de temperatuureenheid (ºF/ºC) met behulp van de schakelaar die
zich in het batterijcompartiment bevindt.
Dubbele laserpointer
De dubbele laserpointers zijn ontworpen om elkaar te
kruisen op een afstand van 75cm. De puntgrootte op
deze afstand is een diameter van 2,5cm en dit is de
aanbevolen richtafstand voor het merendeel van de
metingen. Om de lasers in of uit te schakelen:
1. Druk op de trigger en houd deze ingedrukt.
2. Terwijl HOLD op het display wordt weergegeven,
druk eenmaal op de laserknop
of uit te schakelen.
3. Het lasersymbool
verschijnt op de LCD
wanneer de laserfunctie is geactiveerd.
4. De status van de laser wordt opgeslagen in het
geheugen en wordt behouden als de "inschakeling"
status totdat deze wordt gewijzigd.
om de lasers in
4
42512-EU V7.1 02/09