6.
Werken met de Vibrocheck
1
18a
18
40
2
Afb. 32
17
18
Afb. 33
16
Op het display verschijnt de afwijking van de
hoogte-amplitude in µm (1). Deze waarde kan
zowel positief als negatief zijn. Op het display
∑µm (2) verschijnt een getal (bv. -0,3). Dit be-
tekent een draaiing met 0,3 slag tegen (want
" " ) de klok in en brengt de hoogte-amplitude
naar een minimum. (Zonder voorteken voor
draaiing met de klok mee "+".) Is de waarde
"0", dan is geen verbetering van de hoogteslag
mogelijk!
5. Toets STOP bedienen. Klemschroef (16) met
inbussleutel SW 3 slechts licht losdraaien, kap
(17) naar boven lostrekken (veilig bewaren)
en instelschroef (18) met inbussleutel SW 3
met 0,3 slag tegen de klok in (richting "",18a)
verdraaien. Klemschroef (16) met de klok mee
klemmen.
6. Op toets RUN drukken, waarde controleren,
eventueel stap 5-7 herhalen.
Wordt op het display ∑µm (2) "0" (opti
maal) aangegeven en is de waarde in
µm (1) onacceptabel hoog, dan moet het
mesje worden vervangen.
7. Als de meetwaarde geaccepteerd is, wordt
op DOWN gedrukt (LED knippert groen). De
VC loopt naar onderste positie - mesje wordt
naar achteren verplaatst. Bedieningspaneel
van de VT toont: "VIBRO END". LED op de VC
brandt weer rood.
8. Het apparaat verwacht nu dat de Vibrocheck
wordt verwijderd. Hiervoor de USB-steek-
verbinding van de VC met het basisapparaat
losmaken en de VC van de zwaluwstaartge-
leiding trekken. LED in toets DOWN knippert
nog – wachten tot LED in toets DOWN uitgaat.
De normale operationele toestand is nu weer
tot stand gebracht.
Gebruiksaanwijzing V1.7 RevJ – 09/2018